NL
gegevenstabel. Een dergelijke straal vormt geen bedreiging, maar
het direct in de oogbol richten ervan kan oogschade veroorzaken.
Demonteer het apparaat niet zelf, dit kan u blootstellen aan laserstra-
ling. Wijzig het apparaat, met name het lasersysteem, niet. Gebruik
het apparaat niet in een omgeving waar de omgevingstemperatuur
buiten het werkingsbereik ligt. Bij opslag bij een temperatuur buiten
het werkbereik wachten tot het apparaat de bedrijfstemperatuur heeft
bereikt, alvorens met de werkzaamheden te beginnen. Het product
is niet bestand tegen het binnendringen van water en stof. Dompel
het product niet onder in water en gebruik het niet in stoffi ge om-
gevingen. Plaats het apparaat niet met andere gereedschappen in
de gereedschapskist. Slagen kunnen de afstandsmeter vernietigen.
Transporteer het apparaat in de meegeleverde etui. Bij langere on-
derbrekingen van het gebruik moeten de batterijen uit het apparaat
worden verwijderd. Bewaar de meter niet bij een temperatuur van
meer dan 50
C, omdat dit het LCD-scherm kan beschadigen. Reinig
O
het apparaat met een zachte, schone en licht vochtige doek. De la-
serstraal moet zijn doel bereiken, vervolgens refl ecteren en terugke-
ren naar het apparaat. Als gevolg hiervan zijn de meetcondities aan
beperkingen onderhevig. Te fel licht op het meetpunt, te refl ecterend
oppervlak, bijv. glas kunnen het moeilijk of onmogelijk maken om te
meten. Wijzig in dit geval de meetomstandigheden of kies de juiste
meetmethode.
APPARAATBEDIENING
Plaatsen en vervangen van de batterijen
Open het deksel van het batterijvak aan de achterkant van het appa-
raat. Het deksel is vastgezet met een grendel. Installeer Ni-MH-bat-
terijen of -accu's in de stopcontacten. Let op de juiste polariteit. Ver-
vang de batterijen of accu's altijd door de complete sets. Om een
correcte en zo lang mogelijke werking van het apparaat te garande-
ren, wordt aanbevolen om merk-alkalinebatterijen van merkfabrikan-
ten te gebruiken. Om de levensduur van de batterijen of accu's te ver-
lengen, zal het apparaat de laseraanwijzer na ongeveer 30 seconden
uitschakelen en de stroom uitschakelen na ongeveer 3 minuten vanaf
de laatste druk op een willekeurige knop.
Het apparaat in- en uitschakelen
Druk kort op de aan/meetknop wanneer u het apparaat inschakelt.
Houd bij het uitschakelen van het apparaat de reset-/uitknop onge-
veer 2 seconden ingedrukt. Laat de knop los wanneer het display
wordt ingeschakeld.
Door het apparaat uit te schakelen wordt de laatste indicatie gewist,
maar niet uit het meetgeheugen en wordt de enkele meting hersteld.
120
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S