De printerdriver installeert het door u geselecteerde apparaat niet automatisch in Afdrukbeheer of het Hulpprogramma voor
printerinstelling.
Oorzaak
Het apparaat is mogelijk niet gereed.
De software is wellicht niet geïnstalleerd of onjuist geïnstalleerd.
Het PPD-bestand is beschadigd.
Het apparaat is mogelijk niet gereed.
De interfacekabel is defect of van slechte kwaliteit.
Een afdruktaak niet naar het gewenste apparaat verzonden.
Oorzaak
De afdrukwachtrij is wellicht gestopt.
De verkeerde apparaatnaam of het onjuiste IP-adres wordt gebruikt.
Het is mogelijk dat een ander apparaat met ongeveer dezelfde of
precies dezelfde naam, IP-adres of Rendezvous-hostnaam uw
afdruktaak heeft ontvangen.
Een encapsulated PostScript (EPS)-bestand wordt niet met de juiste lettertypen afgedrukt.
Oorzaak
Dit probleem doet zich bij sommige programma's voor.
232 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen
Oplossing
Controleer of de kabels goed zijn aangesloten, het apparaat is
ingeschakeld en het Klaar-lampje brandt. Als u het apparaat hebt
aangesloten via een USB- of Ethernet-hub, dient u het apparaat
rechtstreeks op de computer aan te sluiten of een andere poort te
gebruiken.
Controleer of het PPD-bestand in de volgende map op de harde schijf
staat: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources/
<lang>.lproj, waarbij <lang> verwijst naar een taalcode van twee
letters voor de taal die u gebruikt. Indien nodig, installeert u de
software opnieuw. Instructies vindt u in de handleiding Aan de slag.
Verwijder het PPD-bestand uit de volgende map op de harde schijf:
Library/Printers/PPDs/Contents/Resources/
<lang>.lproj, waarbij <lang> verwijst naar een taalcode van twee
letters voor de taal die u gebruikt. Installeer de software opnieuw.
Instructies vindt u in de handleiding Aan de slag.
Controleer of de kabels goed zijn aangesloten, het apparaat is
ingeschakeld en het Klaar-lampje brandt. Als u het apparaat hebt
aangesloten via een USB- of Ethernet-hub, dient u het apparaat
rechtstreeks op de computer aan te sluiten of een andere poort te
gebruiken.
Vervang de interfacekabel. Zorg ervoor dat u een kwalitatief
hoogwaardige kabel gebruikt.
Oplossing
Start de afdrukwachtrij opnieuw. Open Print Monitor en selecteer
Start taken.
Controleer de apparaatnaam, de Rendezvous-hostnaam of het IP-
adres door een configuratiepagina af te drukken. Zie
Informatiepagina's gebruiken op pagina
van het apparaat, het IP-adres of de Rendezvous-hostnaam op de
configuratiepagina overeenkomen met de naam van het apparaat,
het IP-adres en de Rendezvous-hostnaam in Afdrukbeheer of het
Hulpprogramma voor printerinstelling.
Oplossing
●
Download voordat u gaat afdrukken de lettertypen uit het EPS-
bestand naar het apparaat.
●
Verzend het bestand in ASCII-indeling in plaats van in de binaire
codering.
150. Controleer of de naam
NLWW