Afronden
Inregeling - bepalen nulf-
requentie (DTM)
WEIGHTRAC 31 • 4 ... 20 mA/HART - vierdraads
Sluit in een laatste stap de bediening met de inbedrijfname-assistent
af. Na het beëindigen van de assistent verspringt het programma
weer naar de gewone DTM-programma-omgeving.
Informatie:
Na het succesvol doorlopen van de inbedrijfname-assistent moet u in
de DTM nog twee andere punten instellen.
Inregeling
Fig. 37: Nulfrequentie bepalen (tarameting)
Om de meetnauwkeurigheid te verhogen, moet u de nulfrequentie be-
palen bij lege transportband. Let er daarbij op, dat tijdens het bepalen
van de nulfrequentie geen materiaal wordt getransporteerd en geen
kleine resthoeveelheden op de transportband vallen. In dergelijke
gevallen moet u de procedure herhalen.
Laat de transportband meerdere gehele omlopen maken, om onge-
lijkmatigheden in de transportband of de transporteur te compense-
ren. Des te vaker de transportband bij het bepalen van de nulfrequen-
tie rondloopt, des te nauwkeuriger wordt deze instelling.
Tip:
Om de bepaling van de nulfrequentie (tarering) te controleren, kunt
u na de inregeling een testmeting gedurende 5 tot 10 minuten met
lege band uitvoeren. Wanneer bij deze meting geen of een verwaar-
loosbaar kleine transporthoeveelheid wordt getotaliseerd, heeft u de
nulfrequentie correct bepaald.
1. Start de lege transportband en laat deze leeg draaien
Tip: transportband met gekleurd tape markeren
2. Stralingsbronhouder op "Aan" instellen
3. Klik op de knop "Nulfrequentie bepalen"
4. Laat de transportband twee tot drie complete bandlengten rond-
lopen
5. Beëindig het bepalen van de nulfrequentie
6. Transportband stoppen
De vastgelegde waarde van de nulfrequentie wordt in de sensor
overgenomen
7 In bedrijf nemen met PACTWARE
55