Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning via
netspanning
Aansluitkabel kiezen
WEIGHTRAC 31 • 4 ... 20 mA/HART - vierdraads
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
•
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.
Opmerking:
Installeer een goed toegankelijke scheidingsinrichting voor het instru-
ment. De scheidingsinrichting moet voor het instrument zijn gemar-
keerd (IEC/EN61010).
Het instrument is in dit geval in de veiligheidsklasse I uitgevoerd. Voor
het aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut noodzake-
lijk, dat de aarde op de inwendige aardklem wordt aangesloten. Let
daarbij op de nationale installatievoorschriften.
De voedingsspanning en de stroomuitgang volgen bij de vraag naar
veilige scheiding via separate aansluitkabels. Het voedingsspan-
ningsgebied kan afhankelijk van de uitvoering van het instrument
verschillen.
De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Algemene eisen
•
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optre-
dende omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendig-
heid en brandveiligheid heeft.
•
Gebruik kabels met ronde doorsnede bij instrument met behuizing
en kabelwartel. Controleer voor welke kabeldiameter de kabelwar-
tel geschikt is, om de afdichtende werking van de kabelwartel te
waarborgen (IP-beschermingsklasse).
•
Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabelwartel.
•
Niet gebruikte kabelwartels bieden onvoldoende bescherming
tegen vocht en moeten worden vervangen door blindpluggen.
Voedingsspanning
voor de voedingsspanning moet een toegelaten, drie-aderige installa-
tiekabel met PE-leider worden gebruikt.
Signaalkabel
De 4...20 mA stroomuitgang word met standaard 2-aderige ka-
bel zonder afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326-1 voor industriele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
5 Op de voedingsspanning aansluiten
25