6 Bediening met de display- en bedieningsmodule
Display - eenheid van de
pulsrate
Diagnose - instrument-
status
Diagnose - aanwijzing
Diagnose - elektronica
Diagnose - inregelgege-
vens
40
U kunt definiëren, met hoeveel decimalen na de komma de meet-
waarde op het display wordt getoond.
De fabrieksinstelling voor het weergaveformaat is "Automatisch".
In dit menupunt definieert u de eenheid, waarin de pulsrate wordt
weergegeven.
U kunt kiezen tussen ct/s (counts per seconde) of kct/s (kilocounts
per seconde).
Bij een pulsrate boven 99.999 kan het display de waarde niet meer
weergeven. Kies in dit geval de eenheid kct/s (kilocounts/seconde).
Diagnose
In dit menupunt kunt u de status van uw sensor opvragen. In normaal
bedrijf toont de sensor hier de melding "OK". In geval van storing
vindt u op deze positie de bijbehorende storingscode.
De aanwijsfunctie houdt de maximale en minimale waarden tijdens
bedrijf vast.
•
Pulsfrequenties - min./max.
•
Temperatuur - min./max./actueel
In dit menuvenster kunt u de actuele elektronicatemperatuur en de
actuele spanning aan de photomultiplier (PMT = photomultiplier tube)
weergeven.
Hier kunt u de inregelwaarde van de sensor oproepen. Dat is de
procentuele waarde van het verschil tussen de min.- en max.-inregel-
punten (delta I). De waarde is een indicatie voor de betrouwbaarheid
en de reproduceerbaarheid van de meting.
WEIGHTRAC 31 • 4 ... 20 mA/HART - vierdraads