7.2.2 Mogelijke comfortinstellingen
RXYSQ8~12TMY1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404225-1C – 2024.03
Voor elk van de voorgaande standen kan een comfortniveau worden geselecteerd.
Het comfortniveau houdt verband met de timing en de inspanning
(energieverbruik) om een bepaalde kamertemperatuur te bereiken door de
koelmiddeltemperatuur
omstandigheden sneller te bereiken.
Krachtig
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte
van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur
heel snel te bereiken. Overshoot is toegestaan vanaf het opstarten.
Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem over naar een
stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande werkingsstand.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Snel
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte
van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur
heel snel te bereiken. Overshoot is toegestaan vanaf het opstarten.
Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem over naar een
stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande werkingsstand.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Gematigd
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte
van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur
heel snel te bereiken. Overshoot is niet toegestaan vanaf het opstarten. Het
opstarten gebeurt onder de voorwaarden bepaald door de werkingsstand
hierboven.
Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem over naar een
stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande werkingsstand.
tijdelijk
te
veranderen
[2‑81]=3 (in het geval van RXYSQ10+12).
[2‑39]=3 (in het geval van RXYSQ8).
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
[2‑82]=3 (in het geval van RXYSQ10+12).
[2‑43]=3 (in het geval van RXYSQ8).
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑9]
[2‑81]=2 (in het geval van RXYSQ10+12).
[2‑39]=2 (in het geval van RXYSQ8).
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
[2‑82]=2 (in het geval van RXYSQ10+12).
[2‑43]=2 (in het geval van RXYSQ8).
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑9].
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7
Configuratie
|
om
zo
de
gevraagde
Verander...
Verander...
89