7
|
Configuratie
7 Configuratie
In dit hoofdstuk
7.1 Lokale instellingen uitvoeren
7.1.1 Over lokale instellingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
72
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
INFORMATIE
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk achtereenvolgens
leest en dat het systeem gepast wordt geconfigureerd.
7.1
Lokale instellingen uitvoeren .................................................................................................................................................
7.1.1
Over lokale instellingen..........................................................................................................................................
7.1.2
7.1.3
7.1.4
Stand 1 of 2 activeren ............................................................................................................................................
7.1.5
Gebruik van stand 1 ...............................................................................................................................................
7.1.6
Gebruik van stand 2 ...............................................................................................................................................
7.1.7
7.1.8
Stand 2: lokale instellingen ....................................................................................................................................
7.1.9
7.2
7.2.1
7.2.2
Mogelijke comfortinstellingen...............................................................................................................................
7.2.3
7.2.4
Om het warmtepompsysteem te configureren, is een input naar de hoofdprintplaat
van de buitenunit (A1P) vereist. Hierbij worden de volgende componenten voor
lokale instellingen gebruikt:
▪
Drukknoppen voor input naar de printplaat
▪
Een display voor weergave van de feedback van de printplaat
Lokale instellingen worden bepaald door de stand, instelling en waarde. Voorbeeld:
[2-8]=4.
PC-configurator
Voor een VRV IV-S-warmtepompsysteem kunnen verschillende lokale instellingen
ook bij de inbedrijfstelling worden ingesteld met behulp van een pc-interface
(optie EKPCCAB* vereist). De installateur kan de configuratie (niet ter plaatse) op
pc voorbereiden en deze nadien naar het systeem uploaden.
Zie ook:
"7.1.9 PC-configurator aansluiten op de
Stand 1 en 2
Stand
Stand 1
(monitoringinstellingen
)
buitenunit" [
Beschrijving
Stand 1 kan worden gebruikt voor het controleren van
de actuele situatie van de buitenunit. U kunt tevens de
inhoud van sommige lokale instellingen controleren.
72
72
73
73
75
76
77
78
82
86
87
87
89
90
91
4
86].
RXYSQ8~12TMY1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404225-1C - 2024.03