Beveiligings- en diagnosefuncties
7.3
Resetten van de frequentieomvormer
Om het bedrijf te kunnen voortzetten, moet de frequentieomvormer worden gereset, nadat de
oorzaak van de storing is verholpen. Door een RESET wordt het storingsgeheugen, maar ook
het geheugen voor het aantal herstartpogingen en de tot dan geregistreerde waarden voor de
elektronische thermische motorbeveiliging gewist.
Bij het resetten van een frequentieomvormer kunt u, afhankelijk van het type omvormer, kiezen
tussen drie methoden:
b Resetten via een knop op het bedieningspaneel of een optionele bedieningseenheid
Na het optreden van een ernstige storing of het activeren van een beveiligingsfunctie kan
de frequentieomvormer door te drukken op de knop STOP/RESET worden gereset.
b Resetten door het uit- en weer inschakelen van de voedingsspanning van de frequentie-
omvormer
b Resetten door een extern RESET-signaal
Het resetten van de frequentieomvormer vindt plaats door korte tijd (tenminste echter
0,1 s) de klemmen RES en SD te verbinden (negatieve logica) of door de klemmen RES en
PC te verbinden bij positieve logica. De klem RES mag nooit continu met klem SD resp. PC
zijn verbonden.
Frequentieomvormers - Starterhandboek
Frequentieomvormers
RESET
RES
PC
Resetten van de frequentieomvormer
Voorbeeld voor het schakelen van de
RES-klem bij positieve logica.
In plaats van een knop kan bijvoorbeeld
ook een veiligheidscontact worde
gebr uikt dat door een PLC wordt
aangestuurd.
7 - 7