Parameter
6.2
De basisparameters in detail
6.2.1
Draaimomentverhoging (parameter 0)
Met behulp van parameter 0 kan de uitgangsspanning bij lage uitgangsfrequenties worden ver-
hoogd en daardoor het draaimoment worden verhoogd. Gebruik deze functie als een hoog
startmoment of een hoog draaimoment bij laag toerental is vereist.
Uitgangsspanning
Instelbereik
parameter 0
6.2.2
Minimale en maximale uitgangsfrequentie (parameter 1 en 2)
De minimale en maximale uitgangsfrequentie bepalen het bereik, waarin het toerental va een
aandrijving door de frequentie-instelwaarde kan worden aangepast.
Door de instelling van parameter 1 en 2 kan het bereik van de frequentie-instelwaarde aan de
mechanische omstandigheden van de machine worden aangepast. Bij veel toepassingen is
een stilstand van de aandrijving (uitgangsfrequentie = 0 Hz) bij minimale instelwaarde niet zin-
vol of mogelijk. Aan de andere kant moet ook de maximale uitgangsfrequentie en dus het maxi-
male toerental worden beperkt om bijvoorbeeld de machine mechanisch niet te overbelasten of
om een maximale snelheid niet te overschrijden.
Frequentieomvormers - Starterhandboek
100 %
0
Uitgangsfrequentie (Hz)
Uitgangsfrequentie (Hz)
Parameter 1
Pr. 2
Begrenzing vanaf minimale
uitgangsfrequentie
Met parameter 0 kan de motor het
starten onder belasting makkelijker
worden gemaakt. De basisfrequentie
wordt door parameter 3 bepaald.
Basis-
frequentie
0
5 V
—
0
—
10 V
4 mA
—
20 mA
De basisparameters in detail
Begrenzing tot maximale
uitgangsfrequentie
Frequentie-instelwaarde
6 - 3