INSTALLATIEBESCHRIJVING FR-D720S-008 tot 100-EC FR-D740-012 tot 160-EC Hartelijk bedankt dat u hebt gekozen voor een frequentieomvormer van Mitsubishi Electric. Om een foutloos gebruik te garanderen dient u eerst deze installatiebeschrijving en het op de cd-rom meegeleverde handboek te lezen. Om het product te kunnen gebruiken dient u de apparaten en de veiligheidsmaatregelen volledig te kennen en de aanwijzingen op te volgen.
Pagina 2
Opstellingsdatum Artikelnummer Revisie 01/2008 pdp-gb 218012-A Eerste editie Aanvulling van de modellenreeks door de frequentieomvormers FR-D720S voor de 06/2009 pdp-akl 218012-B aansluiting op een enkelfasige spanningsvoorziening Voor maximale veiligheid De frequentieomvormers van Mitsubishi zijn niet geconstrueerd of gebouwd voor gebruik met andere apparaten of systemen die mensenlevens in gevaar kunnen brengen.
Pagina 3
Paragraaf m.b.t. veiligheidsaanwijzingen Lees deze installatiebeschrijving voor de installatie, de eerste inbedrijfstelling en voor inspectie en onderhoud van de frequentieomvormer volledig door. Gebruik de frequentieomvormer alleen als u bekend bent met de uitrusting, de veiligheids- en gebruiksvoorschriften. In de installatiebeschrijving zijn de veiligheidsmaatregelen verdeeld in twee klassen: GEVAAR en PAS OP. Er bestaat gevaar voor het leven en de gezondheid van de gebruiker als er geen passende voorzorgsmaatregelen GEVAAR worden getroffen.
Pagina 4
Bedrading PAS OP Sluit op de outputs geen modulen aan die daarvoor niet door Mitsubishi zijn vrijgegeven (zoals condensatoren voor de verbetering van de cos phi). De draairichting van de motor komt alleen overeen met de draairichtingsopdrachten (STF, STR) als de fasevolgorde (U, V, W) wordt aange- houden.
1 INSTALLATIE Neem de frequentieomvormer uit de verpakking en vergelijk de gegevens van de kenplaat op de voorkant en de gegevens van het typeplaatje aan de zijkant van de frequentieomvormer met de gegevens van uw bestelling. 1.1 Modelaanduiding Typeplaat Symbool Spanningsklasse Symbool Typenummer D720S...
Pagina 6
INSTALLATIE 1.3 Algemene veiligheidsmaatregelen Voordat u met de bedrading of het onderhoud begint, dient u de netspanning uit te schakelen en een wachttijd van min- stens 10 minuten in acht te nemen. Deze tijd is nodig om de condensatoren na het uitschakelen van de netspanning tot een ongevaarlijke spanningswaarde te laten ontladen.
3 AANSLUITEN 3.1 Bedrading Positieve logica *1 Tussenkringsmoorspoel (FR-HEL) Bij het aansluiten van een tussenkringsmoor- Aansluitklemmen spoel dient u de brug tussen de klemmen P1 en Signaalklemmen + te verwijderen. *6 De frequentieomvormers FR-D720S-008 en 1-fasige spanningsvoorziening Remeenheid 014 beschikken niet over een ingebouwde (optioneel) remtransistor.
AANSLUITEN 3.2 Vermogensaansluitingen 3.2.1 Bedrading en toewijzing van de klemmen 1-fasig, 200-V-Klasse FR-D720S-008 tot 042 FR-D720S-070 en 100 Jumper Jumper Schroeven (M3,5) Schroeven (M4) Schroeven Schroeven (M3,5) (M4) L1 N Motor L1 N Spanningsvoorziening Spanningsvoorziening Motor 3-fasig, 400-V-Klasse FR-D740-012 tot 080 FR-D740-120, 160 Jumper Jumper...
AANSLUITEN 3.3 Bedradingsgegevens 3.3.1 Dimensionering van kabels Kies de leidingen zodanig, dat het spanningsverval max. 2 % bedraagt. Als de afstand tussen motor en frequentieomvormer groot is, kan het spanningsverval op de motorleiding tot een vermin- derd toerental van de motor leiden. Het spanningsverval komt vooral tot uiting bij lage frequenties. In de onderstaande tabellen vindt u een dimensioneringsvoorbeeld voor een kabellengte van 20 m: 200-V-klasse (aansluitspanning 230 V) Kabeldiameter...
AANSLUITEN 3.3.2 Toegestane lengte van de motorleiding De toegestane lengte van de motorleiding hangt af van de omvang van de omvormer en de gekozen klokfrequentie. De in de volgende tabel vermelde lengten gelden voor het gebruik van onafgeschermde motorleidingen. Bij gebruik van afgeschermde motorleidingen moeten de tabelwaarden van de kabellengten worden gehalveerd.
AANSLUITEN 3.4 Aansluitklemmen van de regelkring 3.4.1 Toewijzing van de klemmen Aanbevolen kabeldoorsnede: 0,3 mm² tot 0,75 mm² RUN SE S1 S2 SC STF STR 3.4.2 Aansluiting op de klemmen Aansluiting Gebruik voor de aansluiting op de klemmen van de regelkring een adereindhuls en een kabel, waarvan u het uiteinde pas- send isoleert.
Pagina 13
AANSLUITEN Steek de kabel in een klem. Als u een verdraaide kabel zonder adereindhuls gebruikt, houd dan de vergrendeling met een platte schroevendraaier open en voer de kabel in de klemmenaansluiting. Vergrendeling Platte schroevendraaier PAS OP Als u een verdraaide kabel zonder adereindhuls gebruikt, twist de kabel dan zorgvuldig om kortsluitingen met naastgelegen klemmen te voorkomen.
4 VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK De frequentieomvormers van de serie FR-D700 zijn bijzonder betrouwbaar. De levensduur kan echter worden geredu- ceerd door een onjuiste aansluitingsbedrading of bediening. In het ergste geval kan dit leiden tot beschadiging van de fre- quentieomvormer.
Pagina 15
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK Leg op de E/A-klemmen geen spanning aan die de maximaal toelaatbare spanning voor de E/A-kringen overstijgt. Hogere spanningen of spanningen met tegenovergestelde polariteit kunnen de input- en outputkringen beschadigen. Controleer vooral de potentiometeraansluiting op een foutieve aansluiting van de klemmen 10-5. De vermogensschakelaars MC1 en MC2, voor het omschakelen Vergrendeling van de motor op rechtstreekse werking op het stroomnet, moeten...
5 BEVEILIGING VAN HET SYSTEEM BIJ UITVAL VAN DE FREQUENTIEOMVORMER Bij het optreden van een storing geeft de frequentieomvormer een alarmsignaal af. Er bestaat echter de mogelijkheid dat de storingsherkenning van de frequentieomvormer of de externe schakeling voor analyse van het alarmsignaal faalt. Alhoewel de Mitsubishi-frequentieomvormers aan de hoogste kwaliteitsnormen voldoen, moeten de statussignalen van de frequentieomvormer worden geanalyseerd om schade bij uitval van de frequentieomvormer te voorkomen.
6 PARAMETER Voor een eenvoudige aandrijving met toerentalaanpassing kunnen de fabrieksinstellingen van de parameters ongewijzigd worden gebruikt. Stel de betreffende belastings- en bedrijfsspecifieke parameters in overeenkomstig de belasting en de bedrijfsomstandigheden. De instelling, het wijzigen en de controle van parameters kan plaatsvinden via het bedieningspa- neel.
Pagina 18
PARAMETER Fabrieks- Fabrieks- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik instelling instelling Controle Schrijfbeveiliging voor 0 tot 400 Hz 6 Hz 0, 1, 2 outputfrequentie parameters 0, 1, 2 Controle Omkeerverbod 0 tot 400 Hz, 9999 outputfrequentie bij 9999 0, 1, 2, 3, 4, 6, 7 Keuze bedrijfsmodus linksdraaien 0,1 tot 7,5 kW,...
Pagina 19
PARAMETER Fabrieks- Fabrieks- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik instelling instelling 0, 1, 3, 4, 7, 8, Fabrieksparameter: niet instellen! 11 tot 16, 25, 26, Zwelwaarde van het 46, 47, 64, 70, 0 tot 200 % 150 % controlesignaal voor 90, 91, 95, 96, de outputstroom (Y12) 98, 99, 100, 101,...
Pagina 20
PARAMETER Fabrieks- Fabrieks- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik instelling instelling Bron van de Remtijd voor de 0, 1 0,1 tot 3600 s systeemopdracht traverse-functie 0 tot 3600 s, Bron van de Versnellingstijd bij 0, 1, 2 9999 9999 toerentalopdracht herstart Bedrijfsmodus na Vibratieonderdrukking 0 tot 200 %...
Pagina 21
PARAMETER Fabrieks- Parameter Betekenis Instelbereik instelling (922) (922) Fabrieksparameter: niet instellen! (923) (923) Informatietoon bij 0, 1 toetsdruk 0 tot 63 LCD-contrast 0, 1 Pr.CL Parameter wissen Alle parameters ALLC 0, 1 wissen Opgeslagen 0, 1 Er.CL alarmmeldingen wissen Weergave van de van Pr.CH —...
Als u geen oorzaken van fouten of geen defecte onder- delen kunt vinden, neem dan contact op met de service van MITSUBISHI ELECTRIC en geef een precieze beschrijving van de omstandigheden rondom de fout.
FOUTDIAGNOSE 7.2 Overzicht van de foutmeldingen Aanduiding op het Aanduiding op het Betekenis Betekenis bedieningspaneel bedieningspaneel Uitschakelbeveiliging E - - - Alarmlijst E.OLT kantelbeveiliging van motor Vergrendeling van het Foutieve remtransistor/fout in HOLD E.BE bedieningspaneel interne schakelkring E.GF Overstroom door aardlekkage Er1 tot 4 Fout bij overdracht van parameter E.LF Open outputfase...
Installation Guidelines" (BCN-A21041-202). Neem hiervoor contact op met uw dealer. A.1.2 Laagspanningsrichtlijn De frequentieomvormers van de serie FR-D700 voldoen aan de laagspanningsrichtlijn en aan EN 61800-5-1. Deze stand van zaken wordt kenbaar gemaakt door het CE-teken op de frequentieomvormer. Voorschriften Gebruik de lekstroomveiligheidsschakelaar (RCD) niet als beveiliging tegen elektrische schok zonder de aangesloten apparaten te aarden.
Pagina 25
BIJLAGE Als de frequentieomvormers FR-D700 (IP 20) buiten een schakelkast in een omgeving met vervuilingsgraad 2 moeten worden gebruikt, monteert u een ventilatorafdekking met de passende schroeven. FR-D720S-070 en 100, FR-D740-080 of minder FR-D740-120 of meer Bevestigingsschroeven Bevestigingsschroeven van de ventilatorafdekking...
Pagina 26
BIJLAGE Overbelastingsbeveiliging van de motor Als u de stroominstelling van de elektronische motorbeveiliging als overbelastingsbeveiliging van de motor gebruikt, stelt u bij parameter Pr. 9 Stroominstelling voor elektronische motorbeveiliging de nominale motorstroom in. De onderstaande afbeelding toont de karakteristieken van de overbelastingsbeveiliging van de motor. De motorbeveiligingsfunctie registreert de motorfrequen- Pr.
Als aansluitingswerkzaamheden niet worden uitgevoerd in een spanningsloze situatie, bestaat gevaar voor een elektrische schok. A.2.2 Installatie Overeenkomstig de UL-certificering is de frequentieomvormer FR-D700-EC een product, dat is bedoeld voor gebruik in een schakelkast. Kies de behuizing zo dat de omgevingstemperatuur, de maximaal toegestane luchtvochtigheid en de atmosfeer overeenkomen met de gegevens in de Technische gegevens (zie pagina 2).
Pagina 28
BIJLAGE A.2.5 Overbelastingsbeveiliging van de motor De frequentieomvormers FR-D700 beschikken over een UL-gecertificeerde, interne elektronische motorbeveiligingsfunctie. Als u de stroominstelling van de elektronische motorbeveiliging als overbelastingsbeveiliging van de motor gebruikt, stelt u bij parameter Pr. 9 Stroominstelling voor elektronische motorbeveiliging de nominale motorstroom in.
Pagina 29
Mitsubishi Electric behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen op de cd-rom aan te brengen. Voor schade en mogelijke kosten die door het gebruik van deze cd-rom ontstaan, kan Mitsubishi Electric Corporation niet aansprakelijk worden gesteld. Microsoft, Windows en Microsoft Windows NT zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Pagina 30
Phone: +356 (0)21 / 697 816 Fax: +356 (0)21 / 697 817 MITSUBISHI ELECTRIC Mitsubishi Electric Europe B.V. /// FA - European Business Group /// Gothaer Straße 8 /// D-40880 Ratingen /// Germany Tel.: +49(0)2102-4860 /// Fax: +49(0)2102-4861120 /// info@mitsubishi-automation.com /// www.mitsubishi-automation.com FACTORY AUTOMATION...