Bediening
E
LET OP
b Als de automatische herstart is geactiveerd, dient u bij een storing niet in de
directe nabijheid van de machines te verblijven. De aandrijving kan dan
plotseling weer starten.
b De STOP/RESET-knop is alleen actief als de bijbehorende functie is geactiveerd.
Installeer een aparte NOODSTOP-schakelaar .
b Zorg ervoor dat het startsignaal is uitgeschakeld als de frequentieomvormer na
een alarm wordt gereset. Anders kan de motor onverwacht starten.
b Er bestaat de mogelijkheid om een omvormer via seriële communicatie resp.
veldbussystemen te laten starten en stoppen. Afhankelijk van de telkens
gekozen parameterinstelling voor de communicatiegegevens bestaat de kans
dat de startende aandrijving bij een storing in het communicatiesysteem resp. in
de datakabel niet meer via deze kan worden gestopt. Zorg in dat geval altijd voor
extra veiligheidshardware (bijvoorbeeld een blokkering van de regelinrichting
via een besturingssignaal, een externe motorveiligheidsschakelaar of iets
d e rg e l i j k s ) o m d e a a n d r i j v i n g t e s t o p p e n . H e t b e d i e n i n g s - e n
onderhoudspersoneel moet door middel van eenduidige en niet mis te verstane
aanwijzingen terplaatse op dit gevaar worden gewezen.
b Op de frequentieomvormer mag alleen een draaistroom-asynchroonmotor
worden aangesloten. Bij het aansluiten van andere lasten kunnen deze en de
frequentieomvormer beschadigd raken.
b Breng geen veranderingen aan in de hard- of firmware van de apparaten.
b Verwijder geen onderdelen, waarvan de demontage niet in deze handleiding
wordt beschreven. Anders kan de frequentieomvormer beschadigd raken .
b De interne elektronische motorveiligheidsschakelaar van de frequentieomvormer
garandeert geen bescherming tegen oververhitting van de motor.
b G e b r u i k n i e t d e v e r m o g e n s s ch a k e l a a r a a n d e n e t z i j d e o m d e
frequentieomvormer te starten/stoppen.
b Om elektromagnetische storingen te vermijden, maakt u gebruik van
ontstoringsfilters en volgt u de algemeen erkende regels voor de correcte,
elektromagnetisch compatibele installatie van frequentieomvormers op.
b Neem maatregelen met betrekking tot de terugwerkingen op het stroomnet.
Deze kunnen compensatie-installaties in gevaar brengen of generatoren
overbelasten.
b Gebruik een voor het gebruik van de omvormer vrijgegeven motor. (Bij gebruik
met een omvormer wordt de motorwikkeling sterker belast dan bij gebruik op
het stroomnet.)
b Na het wissen van parameters moet u de voor de werking benodigde parameters
vóór een herstart opnieuw instellen, omdat alle parameters dan naar de
fabrieksinstellingen zijn teruggezet.
b De frequentieomvormers kunnen kan makkelijk hoge toerentallen produceren.
Voordat u hoge toerentallen instelt, dient u te controleren of de aangesloten
motoren en machines geschikt zijn voor hoge toerentallen.
VI
MITSUBISHI ELECTRIC