Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opnemen Op Cassette; Aanpassing Van Uitgangsniveau Aan Het Programmamateriaal - Harman Kardon AVR 5000 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening

Opnemen op cassette

Bij normaal gebruik worden de audio en video
signalen die op de AVR 5000 voor kijken en
luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de
opname uitgangen. Dat betekent dat elk pro-
gramma waar u naar kijkt of luistert simpelweg
kan worden opgenomen door recorders aan te
sluiten op de uitgangen Tape Outputs 1 of
Video 1 of 2 Outputs 4 M P . Wordt een
digitale audiorecorder aangesloten op één van
de digital audio uitgangen T dan kunt u de
digitale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc
of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan
dat alle digitale signalen worden doorgestuurd
naar zowel de coax als optisch digitale
uitgangen, ongeacht het type digitale ingang
dat werd gekozen.
Naast de digitale uitgangen op de achterzijde
bezit de AVR 5000 de exclusieve Harman Kardon
omschakelbare aansluiting op de voorzijde. Voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare appara-
tuur kunt u de Digitale coax aansluiting % of
de video 4 aansluiting ^ van ingang op uit-
gang omschakelen op de volgende wijze:
1. Druk op in-beeld display L om het
MASTER M E N U op te roepen (afb. 1).
2. Druk op instellen F om het IN/OUT
SETUP menu op te roepen (afb. 2).
D waardoor de in-beeld
3. Druk op
¤
sor naar VIDEO 4 of COAXIAL 3 wordt
verplaatst afhankelijk van de inagng die u wilt
veranderen in een uitgang. Elk van beide of alle-
bei kunnen op elk moment worden veranderd.
E/U zodat het woord
4. Druk op
/
OUT gemarkeerd wordt.
5. Druk weer op in-beeld display L om de
menu's te verlaten en naar normaal bedrijf terug
te keren.
Merk op dat na deze instelling desbetreffende
indicatie status ingang/uitgang $ rood
wordt, als teken dat de gekozen analoge of digi-
tale aansluiting nu een uitgang is, in plaats van
de standaard instelling als ingang. Eenmaal
omgeschakeld naar uitgang blijft dat zo zolang
de AVR 5000 ingeschakeld is, tenzij dit weer
wordt veranderd via het in-beeld menu, als
boven beschreven. Denk er wel aan dat bij het
uitschakelen deze instelling ongedaan wordt
gemaakt; wordt het apparaat weer ingeschakeld
dan staan de aansluitingen weer in hun normale
positie als ingang. Wilt u ze weer als uitgang
gebruiken, dan dient opnieuw via het in-beeld
menu omgeschakeld te worden.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
32
BEDIENING
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel
te zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het
PCM digitale ingangssignaal van een CD-speler
kan opgenomen worden op een CD-R of
MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS-signalen niet.
Het signaal van een Dolby Digital of DTS-bron
opnemen is niet mogelijk, als de bron uitsluitend
is aangesloten op een digitale ingang van de AVR
5000. Maar het analoge tweekanaals signaal van
die bron kan opgenomen worden (zie pagina 26).
• Een analoge opname te maken van een Dolby
Digital of DTS bron is niet mogelijk wanneer de
bron uitsluitend is aangesloten op een digitale
ingang van de AVR 5000. Een analoog tweeka-
naals signaal van deze bron kan wel opgenomen
worden (zie punt 5 'Belangrijk bij digitale weer-
gave' op de voorgaande pagina).
Aanpassing van uitgangsniveau
aan het programmamateriaal
Het normale weergaveniveau van de AVR 5000
wordt ingesteld met behulp van het testsignaal,
als beschreven op pagina 24-25. In sommige
gevallen echter, is het wenselijk om de weerga-
veniveaus aan te passen aan de diverse pro-
gramma's waar u bekend mee bent. Verder kun-
nen de weergave niveaus voor de sub-woofer en
cur-
de Stereo and VMAx functies alleen maar via
deze procedure aangepast worden.
Om de weergaveniveaus aan programma's aan
te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie
opmerking hieronder) gekozen te worden. Start
vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume ÓXî het referentie
niveau voor de front luidsprekers links en rechts
in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze C Ù waarop
FRONT L LEV verschijnt in de display Y. Om
het niveau te veranderen drukt u eerst op
instellen FÔ en vervolgens gebruikt u de
insteltoetsen 5 of
te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de
volumeregelaar, want dit zal de referentie instel-
ling wijzigen. Druk op de toets instellen
FÔ, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen 5 of
D om de locatie van zonodig een ander
/
¤
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen.
Om het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen 5 of
tot de aanwijzing WOOFER LEV in de
display Y of op de in-beeld display verschijnt
(alleen van toepassing indien de subwoofer
geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal
in de display Y en in beeld verschijnt, op
instellen FÔ en volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen
die u wilt afstellen zijn ingesteld. Als alle afstel-
lingen zijn uitgevoerd drukt u tweemaal op de
insteltoets FÔ en de AVR 5000 zal terug-
keren naar normale bediening.
Gebruikt u een disc met testsignalen (ruis) of
een externe generator als bron voor het instellen
van de niveaus, dan kunt u de EzSet functie van
de afstandsbediening gebruiken om het juiste
SPL niveau in te stellen. Om de afstandsbedie-
ning voor dit doel te gebruiken start u het test-
signaal van de bron en u drukt op SPL indica-
tie keuze Z en u laat deze snel los om de
sensor te activeren. Wanneer het testsignaal
naar de luidspreker gaat die u wilt instellen ver-
andert de programma/SPL indicatie 2 van
kleur om het niveau aan te geven. Corrigeer het
niveau van dat kanaal tot de LED groen oplicht
voor alle kanalen. Rood betekent dat het niveau
te hoog is, amber is te laag. Wordt de afstands-
bediening gebruikt als niveau indicatie (SPL sen-
sor), dan kunnen alle kanalen worden gekozen
en het niveau ingesteld als eerder omschreven,
alleen met de kanaalkeuze Ù en de instel-
len 5 en instellen Ô op het frontpaneel van
de AVR (met hulp van een ander persoon).
Nadat de niveaus van alle kanalen zijn ingesteld
drukt u op SPL indicatie keuze Z om de
sensor en de indicaties uit te schakelen. De
kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang dan
ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem 'volledig in-beeld display'. Stel
allereerst met volume ÓXî op een ple-
zierig geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display L om in het hoofdmenu
MASTER MENU (Afb.1) te komen. Druk
daarna op
CHANNEL ADJUST (KANAALKEUZE)
staat. Druk op de toets instellen F om het
menu CHANNEL ADJUST (KANAAL-
KEUZE) (Afb. 8) te activeren.
D om het niveau
/
¤
Afbeelding 8
D
/
¤
Zodra het menu in beeld verschijnt, kunt u met
/
aan te passen kanaal te zetten. Druk vervolgens
op de toetsen
niveau te verhogen of te verlagen.
tot de cursor
naast de regel
¤
*
C H A N N E L
A D J U S T
*
F R O N T
L E F T
:
0 d B
C E N T E R
:
0 d B
F R O N T
R I G H T
:
0 d B
S U R R
R I G H T
:
0 d B
S U R R
L E F T
:
0 d B
S U B W O O F E R
:
0 d B
C H A N N E L
R E S E T :
O F F
R E T U R N
T O
M E N U
D de cursor
in beeld naast het door u
¤
EU om het uitgangs-
/
O N

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave