Bediening
Wanneer een PCM bron speelt, zal de PCM-indi-
cator A oplichten. Tijdens het spelen van PCM
kunt u welke surround modus dan ook kiezen,
met uitzondering van Dolby Digital of DTS. Wan-
neer een HDCD gecodeerde schijf wordt
gespeeld (zie hieronder), en de CD-speler is aan-
gesloten op de AVR 5000 met een digitale ver-
binding, kies dan Surround Off als de surround
modus om van de voordelen van het HDCD pro-
ces te genieten. Het afspelen van PCM bronnen
kan ook voordeel hebben van Logic 7. Bij het
afspelen van stereo of surround gecodeerde
PCM bronnen, zoals LD of CD of een PCM audi-
onummer van DVD, gebruikt u de Logic 7 C of
Cinema functie. Voor stereo of surround
gecodeerde zuivere muziekopnamen gebruikt u
de Logic 7 M of Muziek functie, die een breder
front klankbeeld biedt (zie Surround Functie
overzicht op pagina 28).
HDCD
HDCD, wat staat voor High Definition Compati-
ble Digital, is een 'state of the art' proces dat de
AVR 5000 in staat stelt een uitstekende digitaal-
naar-analoog decodering uit te voeren van PCM-
signalen van welke DVD- of CD-speler, aangeslo-
ten op een digitale ingang van de AVR 50000,
dan ook onafhankelijk van welk type CD of DVD
er gespeeld wordt, en zelfs wanneer normale,
niet HDCD-compatibele spelers gebruikt worden
(alleen een digitale uitgang is noodzakelijk).
Wanneer een CD met het HDCD-logo gespeeld
wordt kan de AVR 5000 gebruik maken van het
speciale opnameproces dat gebruikt wordt voor
de creatie van HDCD-discs. De speciale circuits
leveren audio met buitengewone getrouwheid,
verbazingwekkende resolutie en de hoogst
mogelijke totaalkwaliteit.
De AVR 5000 zal automatisch detecteren dat het
over een HDCD opname gaat en de HDCD-indi-
cator A zal op het frontpaneel oplichten om u
erop te wijzen dat er een HDCD-disc aan het
spelen is.
Het is belangrijk op te merken dat het HDCD
procédé volledig compatibel is met standaard
opnamen. Inderdaad, de geavanceerde digitaal-
naar-anloog circuits die deel uitmaken van de
HDCD en de HDCD decodeerchip, die de monoli-
tische digitale filters in conventionele DAC's ver-
vangt, leidt ook tot een verbetering van de
prestaties bij normaal, niet-HDCD-gecodeerd
programmamateriaal.
MP3 Audio Playback
De AVR 5000 is een van de eerste A/V receivers
die een ingebouwde decoder bezit voor het MP3
audioformaat dat bij bepaalde computer audio
bestanden en draagbare MP3 spelers/recorders
wordt gebruikt. Bovendien zijn sommige nieuwe
CD en DVD spelers geschikt voor optische discs
die zijn opgenomen in MP3, en niet in standaard
CD audio informatie. Met MP3 decodering kan
30 BEDIENING
de AVR 5000 de digitale signalen nauwkeuriger
omzetten naar analoog, plus het voordeel naar
MP3 audio te kunnen luisteren via de high cur-
rent versterker van de AVR 5000 en de luidspre-
kers van het surround systeem, in plaats van de
kleine luidsprekers en de kleine versterkers van
de computer.
Om de MP3 mogelijkheden van de AVR 5000 te
gebruiken sluit u de PCM uitgang van een com-
puter simpelweg aan op een geluidskaart van de
computer die het MP3 signaal in digitale vorm
afgeeft, of het PCM signaal van een MP3 com-
patibele CD- of DVD-speler, dan wel een draag-
bare MP3-speler met digitale uitgang op de
digitale ingang #% op de voorzijde, of op
de digitale ingang R S op de achterzijde. Is
het digitale MP3 signaal gekozen, dan licht de
indicatie MP3 signaaltype A op en het
afspelen begint.
Opmerkingen:
• de AVR 5000 kan uitsluitend signalen in het
MP3 (MPEG 1/Layer 3) formaat afspelen. Hij is
niet geschikt voor andere computer audiocodes.
• De MP3 DSP functie op de nieuwe AVR 5000
vereist MP3 SPDIF stream. Op het moment
wordt dit slechts door een paar apparaten gebo-
den, maar komende generaties moederborden
en opwaarderingen van besturingssystemen
zullen volgen, daar SPDIF de standaard is voor
audio & video hardware.
• Het digitale audio ingangssignaal kan zowel
optisch als coax zijn, maar het signaal dient in
het PCM formaat te staan. Directe verbinding
van USB of seriële data worden niet afgegeven,
ook niet wanneer de signalen in het MP3 for-
maat staan. Heeft u vragen over de data output
van uw computer of de geluidskaart, raadpleeg
dan de handleiding daarvan, of neem contact op
met de leverancier.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR 5000 te zijn
aangesloten. Sluit de digitale uitgangen van de
DVD-spelers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen
en CD-spelers aan op de optische of coax
ingangen R S #% op de achterzijde of de
voorzijde aan. Om ook analoog te kunnen opne-
men, dienen de analoge uitgangen van de digi-
tale bron te worden verbonden met de juiste
ingangen op de achterzijde van de AVR 5000
(voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van
een DVD-speler aan op de DVD-ingang 5 op
de achterzijde als u de digitale uitgangen van de
bron aansluit).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD,
kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening
of op de voorzijde, als in deze handleiding
beschreven, om het videosignaal (indien aanwe-
zig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te heb-
ben. Wanneer de digitale ingang van de DVD-spe-
ler niet automatisch wordt gekozen (ten gevolge
van eerder gemaakte instellingen bij de configura-
tie van het systeem, zie pagina 21), kies dan de
digitale bron met de digitale ingangskeuze G
D op de afstandsbedie-
Ú en gebruik
/
⁄
¤
ning of de insteltoetsen 5 op de voorzijde om
de OPTICAL of COAXIAL ingangen te
kiezen, zoals deze in de display Y indicaties
B E of de in-beeld display verschijnen. Speelt
een digitale bron, Speelt een digitale bron, dan
zal de AVR 5000 automatisch signaleren of een
meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of
een HDCD, MP3 of conventioneel PCM signaal
wordt toegevoerd, wat de standaard is bij CD-
spelers. De signaaltype indicatie A licht op in
de display Û ter bevestiging dat het digitale
signaal Dolby Digital, DTS, MP3, PCM of HDCD is.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
verbonden blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digita-
le signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor-
beeld DVD, wordt gekozen.
Digitale status indicaties
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de
AVR 5000 het type bitstream data dat aanwezig
is. Gebruik makend van deze informatie wordt de
juiste surroundfunctie automatisch gekozen.
Voorbeeld: DTS bitstreams laten het apparaat
naar de DTS decoder omschakelen, en Dolby
Digital bitstreams zorgt voor omschakeling op de
Dolby Digital decoder. Signaleert het apparaat
PCM data van CD's en LD's en sommige muziek
DVD's of bepaalde nummers op normale DVD's,
dan kan de juiste surroundfunctie met de hand
worden gekozen. Daar de beschikbare surround-
functies worden bepaald van het type digitale
data, maakt de AVR 5000 gebruik van een aantal
indicaties waaraan u kunt zien om wat voor sig-
naal het gaat. Dit verheldert de keuze van functies
en ingangen afhankelijk van het materiaal op de
disc.
Wanneer een digitale bron speelt zal de bitstre-
am indicatie A oplichten ten teken om welk
signaal het gaat:
DOLBY D: wanneer de Dolby D indicatie
oplicht wordt een Dolby Digital bitstream ontvan-
gen. Afhankelijk van het gekozen audionummer
op de speler en het aantal kanalen op de disc
zijn verschillende surroundfuncties mogelijk.
Merk op dat het mogelijk is dat er maar één
kanaal zonder subwoofer, aangeduid als '1.0'
audio, kan zijn opgenomen op digitale surround
audionummers, of juist alle vijf kanalen met sub-
woofer ('5.1' audio), en alle denkbare tussenvor-
men. Wanneer het Dolby Digital slechts uit twee
kanalen bestaat ('2.0'), dan bevatten deze twee
kanalen (links en rechts) vaak Pro Logic surround
informatie. Bij die nummers schakelt de AVR
5000 automatisch naar de Pro Logic functie,
maar ook de VMAx functie kan gekozen worden.