FLUXUS G80x
14.2.3
Formattering van de meetgegevens
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Ser. transmissie.
SER:ruimtes weg
uit
>AAN<
SER:decimaal
'.'
>','<
SER:col-afzond.
';'
>'TAB'<
14.2.4
Overdrachtsparameters
• de transmitter zendt ASCII-CRLF
• max. regellengte: 255 tekens
RS232
• voorinstelling: 9600 bit/s, 8 databits, even pariteit, 2 stopbit, protocol RTS/CTS (Hardware Handshake)
De overdrachtsparameters van de RS232 interface kunnen gewijzigd worden.
Toets HotCode 232-0- in (zie paragraaf 10.4).
BAUD<data par st
9600 8bit EVEN 2
RS485
• voorinstelling: 9600 bit/s, 8 databits, even pariteit, 1 stopbit
De overdrachtsparameters voor de RS485-interface kunnen in de programmavertakking Spec. functie\SYSTEEM
inst.\Netwerk gewijzigd worden. Deze weergaven verschijnen alleen als de transmitter een RS485-interface heeft.
SYSTEEM inst.
↕
Netwerk
Device address:
0
ADR
Serial protocol
default
>SETUP<
>BAUD< parity
st
9600
EVEN
1
14.2.5
Online-overdracht van de gegevens naar een terminalprogramma
• Starten het terminalprogramma.
• Toets de overdrachtsparameters in de terminalprogramma in (zie paragraaf 14.2.4). De overdrachtsparameters van de
terminalprogramma en de transmitter moeten identiek zijn.
• Kies de programmavertakking Uitgangsopties. Druk op ENTER.
94
Kies aan als spaties niet overgedragen moeten worden. Druk op ENTER.
De bestandsgrootte wordt aanzienlijk verminderd (kortere overdrachtsduur).
Kies het decimale scheidingsteken dat gebruikt moet worden voor drijvende-kommagetal-
len (punt of komma). Druk op ENTER.
Deze instelling hangt af van de instelling in het besturingssysteem van de PC.
Kies het teken dat voor de kolomscheiding gebruikt moet worden (puntkomma of tabula-
tor). Druk op ENTER.
Stel de overdrachtsparameters in de 4 keuzelijsten in. Druk op ENTER.
• baud: baudrate
• data: aantal databits
• par: pariteit
• st: aantal stopbits
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Netwerk om de instellingen voor de
overdrachtsparameters te veranderen.
Druk op ENTER om het adres van het apparaat in het netwerk te bevestigen.
Kies default om de vooraf ingestelde overdrachtsparameters in beeld te brengen.
Kies setup om de overdrachtsparameters te veranderen. Druk op ENTER.
Stel de overdrachtsparameters in de 3 keuzelijsten in. Druk op ENTER.
• baud: baudrate
• parity: pariteit
• st: aantal stopbits
Als default gekozen is en de overdrachtsparameters zijn niet veranderd, dan worden de
vooraf ingestelde overdrachtsparameters ingesteld.
14 Datalogger en gegevensoverdracht
UMFLUXUS_G8V4-3-3NL, 2018-10-10