FLUXUS G80x
11
Fundamenteel meetproces
Let op!
Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving" (zie
het document SIFLUXUS).
De buis- en mediumparameters worden ingetoetst voor het gekozen meetpunt (zie hoofdstuk 5). De parameterbereiken
zijn begrensd door de technische eigenschappen van de sensoren en de transmitter.
Opmerking!
Tijdens de parameterinvoer moeten de sensoren zijn aangesloten op de transmitter.
Opmerking!
De parameters worden pas opgeslagen, als de programmavertakking Parameter eenmaal volledig
is bewerkt.
11.1
De buisparameters invoeren
>PAR<mtn opt sf
Parameter
Parameter
↕
voor kanaal
A:
11.1.1
Buisbuitendiameter/buisomtrek
Buitendiameter
100.0
mm
Buitendiameter
1100.0
Het is mogelijk om in plaats van de buisbuitendiameter de buisomtrek in te toetsen (zie paragraaf 16.2.1).
Als de invoer van de buisomtrek geactiveerd is en u 0 (nul) intoetst bij Buitendiameter, verschijnt het menupunt Lei-
dingomtrek in beeld. Als u de buisomtrek niet wilt intoetsen, drukt u op de toets BRK om terug te keren naar het hoofd-
menu en start u de parameterinvoer opnieuw.
11.1.2
Buiswanddikte
Wanddikte
3.0
mm
Opmerking!
De buisbinnendiameter (= buisbuitendiameter - 2x buiswanddikte) wordt intern berekend. Als de
waarde niet binnen het bereik van de buisbinnendiameter van de aangesloten sensoren ligt, dan ver-
schijnt er een foutmelding.
U kunt de onderste grenswaarde van de buisbinnendiameter voor een bepaald sensortype verande-
ren (zie paragraaf 13.9).
11.1.3
Buismateriaal
Het buismateriaal moet gekozen worden, zodat de geluidssnelheid bepaald kan worden. De geluidssnelheid voor de ma-
terialen op de keuzelijst zijn opgeslagen in de transmitter.
Leidingmater.
↕
Staal
U kunt vastleggen, welke materialen op de keuzelijst moeten verschijnen (zie paragraaf 15.5).
70
Kies de programmavertakking Parameter. Druk op ENTER.
Kies het kanaal waarvoor de parameters moeten worden ingevoerd. Druk op ENTER.
Deze weergave verschijnt niet als de transmitter slecht één meetkanaal heeft.
Toets de buisbuitendiameter in. Druk op ENTER.
Er verschijnt een foutmelding als de ingetoetste parameter buiten het bereik ligt. De grens-
waarde verschijnt in beeld.
Voorbeeld: bovenste grenswaarde 1100 mm voor de aangesloten sensoren en voor een
buiswanddikte van 50 mm.
Toets de buiswanddikte in. Druk op ENTER.
Kies het buismateriaal.
Als het materiaal niet op de keuzelijst staat, kiest u Ander materiaal. Druk op ENTER.
11 Fundamenteel meetproces
UMFLUXUS_G8V4-3-3NL, 2018-10-10