E E . . 7 7 . . 3 3
V V e e r r v v a a n n g g e e n n v v a a n n d d e e s s p p r r o o e e i i e e r r v v a a n n d d e e h h o o o o f f d d b b r r a a n n d d e e r r
( ( k k o o o o k k p p l l a a a a t t , , g g l l o o e e i i p p l l a a a a t t e e n n o o v v e e n n ) )
Kookplaat
• Schroef de sproeier "C" los en vervang hem door een
sproeier die geschikt is voor de gewenste gassoort en houdt
u aan de gegevens uit tabel "B" (zie Bijlage).
De diameter van de sproeier wordt in honderdsten van
millimeters vermeld op de sproeier zelf.
• Schroef de sproeier "C" weer helemaal vast.
Gloeiplaat
• Draai schroef"A" los, schroef sproeier "C" los en vervang
hem door een sproeier die geschikt is voor de gewenste
gassoort en houdt u aan de gegevens uit tabel "B" (zie
Bijlage).
De diameter van de sproeier wordt in honderdsten van
millimeters vermeld op de sproeier zelf.
• Schroef de sproeier "C" weer helemaal vast.
Oven
• Verwijder de ovenbodem;
• Schroef sproeier "C" los (Tabel "B", zie Bijlage);
• Verwijder de sproeier "C" en de beluchter "E";
• Vervang de sproeier "C" door de sproeier die correspon-
deert met de gewenste gassoort, volgens de in tabel "B"
vermelde gegevens (zie Bijlage).
• De diameter van de sproeier wordt in honderdsten van
millimeters vermeld op de sproeier zelf.
(Gloeiplaat, halve module)
(Kookplaat)
E E . . 7 7 . . 4 4
V V e e r r v v a a n n g g e e n n v v a a n n d d e e s s p p r r o o e e i i e e r r v v a a n n d d e e
w w a a a a k k v v l l a a m m b b r r a a n n d d e e r r N N 7 7 E E / / N N 9 9 E E ( ( k k o o o o k k p p l l a a a a t t , ,
g g l l o o e e i i p p l l a a a a t t e e n n o o v v e e n n ) )
• Draai de schroefverbinding "H" los en vervang de sproeier
"G" door een sproeier die geschikt is voor de gassoort
(tabel"B", zie Bijlage).
• Het nummer dat de sproeier identificeert wordt aangegeven
op het lichaam ervan.
• Draai de schroefverbinding "H" weer vast.
(Gloeiplaat, volledige
module)
(Oven)
G
H
(Kookplaat)
E E . . 7 7 . . 5 5
V V e e r r v v a a n n g g i i n n g g s s c c h h r r o o e e f f v v a a n n h h e e t t m m i i n n i i m m u u m m N N 7 7 E E / / N N 9 9 E E
( ( k k o o o o k k p p l l a a a a t t e e n n g g l l o o e e i i p p l l a a a a t t ) )
• Schroef de schroef van het minimum "M" los van de kraan.
• Vervang hem door een andere die overeenkomt met de
gassoort, en draai hem helemaal naar beneden (tabel "B",
zie Bijlage).
E E . . 8 8
V V e e r r v v a a n n g g i i n n g g v v a a n n d d e e i i n n s s t t e e l l v v e e e e r r v v a a n n d d e e
d d r r u u k k r r e e g g e e l l a a a a r r ( ( a a l l l l e e e e n n v v o o o o r r A A u u s s t t r r a a l l i i ë ë ) )
Vervang de veer "D" van de drukregelaar als volgt door een
veer die geschikt is voor het type gasdruk dat wordt aange-
geven in tabel "B" (zie Bijlage):
1. Verwijder de afsluitdop "A", de ring van de afsluitdop "B", de
stelschroef "C" en de veer "D" (zie afbeelding);
2. Breng de nieuwe veer in (blauwe kleur = propaangas;
zilveren kleur = aardgas) en plaats de stelschroef terug;
3. Sluit een manometer aan op de testdrukaansluiting van het
apparaat – (zie paragraaf E.7.1 Controle van de aansluit-
druk (alle uitvoeringen) );
4. Ontsteek de branders van het apparaat zodat het gasver-
bruik maximaal is;
5. Regel de stelschroef tot de manometer de waarde van de
werkdruk laat zien (zie paragraaf E.6.5 Gasdrukregelaar );
6. Plaats de afsluitdop en ring terug en schroef ze goed vast;
7. Verwijder de manometer en sluit de testdrukaansluiting af;
G
H
(Gloeiplaat en oven)
N
M
23