achterwand, of in elk geval voldoende ruimte om latere service- of
onderhoudswerkzaamheden mogelijk te maken.
• Zorg voor een goede isolatie van oppervlakken die zich op kleinere
afstanden tot het apparaat bevinden dan aangegeven.
• Laat een afstand van ten minste 100 mm tussen het apparaat en
eventuele brandbare wanden. Gebruik of bewaar geen brandbare
materialen of vloeistoffen in de buurt van het apparaat.
• Controleer nadat het apparaat op zijn plaats is gezet of het waterpas
staat en pas de stand, indien nodig, aan. Als het apparaat niet
waterpas staat kan dit leiden tot een slechte werking.
• Draag veiligheidshandschoenen en verwijder de verpakking van de
machine, ga te werk zoals hieronder is beschreven:
– de spanbanden en de beschermende folie verwijderen maar
oppassen dat er door eventueel te gebruiken scharen of mesjes
geen krassen veroorzaakt worden op de staalplaat;
– verwijder de kap (van karton), de hoeken van polystyrol en de
verticale beschermingen;
– bij apparaten met een roestvrijstalen meubel, de beschermende
folie heel langzaam verwijderen, zonder deze te scheuren om te
voorkomen dat er lijmresten achterblijven;
– als dit toch gebeurt moet u de lijmresten met een niet bijtend
oplosmiddel verwijderen en het oppervlak vervolgens goed
afspoelen en afdrogen;
– smeer alle roestvrijstalen oppervlakken goed in met een klein beetje
paraffine-olie, zodat er een beschermend laagje ontstaat.
• In het geval van een permanente aansluiting: de voorziening die in
geopende stand vergrendeld kan worden moet ook bereikbaar blijven
nadat het apparaat op de definitieve plaats is gezet.
A A . . 1 1 1 1 O O n n e e i i g g e e n n l l i i j j k k g g e e b b r r u u i i k k d d a a t t r r e e d d e e l l i i j j k k e e r r w w i i j j s s v v o o o o r r z z i i e e n n k k a a n n w w o o r r d d e e n n
Met 'oneigenlijk gebruik' wordt elk gebruik bedoeld dat anders is dan wat
er gespecificeerd is in deze handleiding. Tijdens de werking van de
machine zijn andere soorten werkzaamheden of activiteiten, die
oneigenlijk worden geacht of die over het algemeen gevaar met zich
meebrengen voor de veiligheid van de medewerkers en die schade aan
de machine kunnen veroorzaken, niet toegestaan. Oneigenlijk gebruik
dat redelijkerwijs voorzien kan worden omvat:
• gebrek aan onderhoud, reiniging en periodieke controles van de
machine;
• structurele wijzigingen of wijzigingen aan de werkingslogica;
• geknoei aan beschermingen of veiligheidsvoorzieningen;
13