• het niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen door de
operators, gespecialiseerd personeel en het onderhoudspersoneel;
• het niet gebruiken van geschikte accessoires (bijv. het gebruik van
ongeschikte gereedschappen, ladders);
• het plaatsen, in de omgeving van de machine, van brandbare of
ontvlambare materialen of materialen die in elk geval niet verenigbaar
zijn met de werkzaamheden of die irrelevant zijn;
• onjuiste installatie van de machine;
• het in de machine stoppen van voorwerpen die niet verenigbaar zijn
met de werking ervan of die schade kunnen toebrengen aan de
machine of aan het milieu;
• op de machine klimmen;
• het niet in acht nemen van de aanwijzingen voor het juiste gebruik van
de machine;
• ander gedrag dat gevaar oplevert dat niet door de fabrikant kan worden
geëlimineerd.
• Het hiervoor beschreven gedrag moet als verboden beschouwd
worden!
Normaal gebruik
• Indien zich enige substantiële storing voordoet (bijvoorbeeld:
kortsluiting, kabels die los zijn gegaan uit hun klemmen, motorstoring,
slijtage van de beschermingshulzen van de elektrische kabels, de geur
van gas, wat kan wijzen op een mogelijk lek, enz.) dan moet de
operator die belast is met het gewone gebruik van de machine de
volgende aanwijzingen opvolgen:
– de machine onmiddellijk uitschakelen en alle toevoer afsluiten
(elektriciteit, gas, water)
A A . . 1 1 2 2 R R e e i i n n i i g g i i n n g g e e n n o o n n d d e e r r h h o o u u d d v v a a n n d d e e m m a a c c h h i i n n e e
• Alvorens reinigings- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten het
apparaat loskoppelen van de elektrische voeding door de stekker
(indien aanwezig) voorzichtig uit het stopcontact te trekken.
• Tijdens onderhoudswerkzaamheden moeten de kabel en de stekker
zodanig neergelegd worden dat ze altijd zichtbaar zijn voor de operator
die de werkzaamheden uitvoert.
• Het apparaat niet aanraken met natte handen en/of voeten of als u
blootsvoets loopt.
• De afschermingen/veiligheidsvoorzieningen mogen er niet afgehaald
worden.
14