Cerbo GX Handleiding
5) In alle situaties zal de maximale laadlimiet geconfigureerd in een apparaat zelf, dwz. de laadstroomlimiet ingesteld met
VictronConnect of VEConfigure voor de zonneladers of omvormer/zonneladers nog steeds van kracht zijn. Een voorbeeld om
dit te illustreren: als er zich alleen een omvormer/acculader in het systeem bevindt, en in VEConfigure of VictronConnect de
laadstroom is geconfigureerd op 50 Ampère. En op het GX-apparaat is een limiet van 100 A geconfigureerd, dan zal de
bedrijfslimiet 50 Ampère zijn.
6) Limieten DVCC-laadstroom worden niet toegepast op DC MPPT's wanneer ESS is ingeschakeld met DC MPPT om te
exporteren. Dit is het maximale rendement van de zonnepanelen om te exporteren.
8.4.2. Gedeelde spanningsdetectie (Shared Voltage Sense - SVS)
Werkt met VE.Bus-apparaten en VE.Direct-zonneladers.
Het systeem selecteert automatisch de best beschikbare spanningsmeting. Het zal de spanning van de BMS of een BMV-
accumonitor gebruiken, indien mogelijk, anders zal het gebruik maken van de accuspanning gerapporteerd door het VE.Bus-
systeem.
De spanning die op de GUI wordt weergegeven, weerspiegelt dezelfde spanningsmeting.
Gedeelde spanningsdetectie (Shared Voltage Sense - SVS) is standaard ingeschakeld wanneer DVCC is ingeschakeld. Het kan
worden uitgeschakeld met een schakelaar in het menu Instellingen → Systeeminstellingen.
De SVS (en DVCC) is geforceerd ingeschakeld voor de Lynx Smart BMS en kan niet gewijzigd worden.
8.4.3. Gedeelde temperatuurdetectie (Shared Temperature Sense STS)
Selecteer de te gebruiken temperatuursensor en het GX-apparaat stuurt de gemeten accutemperatuur naar het omvormer/
acculadersysteem en alle aangesloten zonneladers.
Selecteerbare bronnen voor de accutemperatuur zijn:
• BMV-702-accumonitor
• BMV-712-accumonitor
• Lynx Shunt VE.Can-accumonitoren
• Temperatuuringangen op een Cerbo GX (en dezelfde voor andere GX-apparaten die een temperatuuringang hebben)
• Multi en Quattro omvormer/acculaders
• Zonneladers (wanneer uitgerust met een temperatuursensor)
8.4.4. Gedeelde stroomdetectie (Shared Current Sense SCS)
Deze functie stuurt de accustroom, gemeten door een op een accumonitor aangesloten GX-apparaat, door naar alle aangesloten
zonneladers.
De zonneladers kunnen worden geconfigureerd om de accustroom te gebruiken voor het staartstroommechanisme dat de
absorptie stopt wanneer de stroom onder de geconfigureerde drempel ligt. Raadpleeg voor meer informatie hierover de
documentatie van de zonnelader.
Deze functie is alleen van toepassing op systemen die geen ESS zijn en/of geen beheerde accu hebben, omdat in beide gevallen
de MPPT al extern wordt bediend.
Vereist MPPT-zonnelaadfirmware v1.47 of nieuwer.
8.5. DVCC-functies bij gebruik van CAN-bus BMS-accu
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle systemen waarop een intelligente accu-BMS is geïnstalleerd en aangesloten via CAN-bus.
Houd er rekening mee dat de Victron VE.Bus BMS niet inbegrepen is.
Een intelligente BMS stuurt de volgende parameters naar het GX-apparaat:
1. Laadspanningslimiet (CVL): de maximale laadspanning die de accu op dit moment accepteert.
2. Laadstroomlimiet (CCL): de maximale laadstroom nodig voor de accu.
3. Ontlaadstroomlimiet (DCL): de maximale ontlaadstroom nodig voor de accu.
Voor alle drie de parameters verzenden sommige typen accu's dynamische waarden. Ze bepalen bijvoorbeeld de maximale
laadspanning op basis van celspanningen, laadtoestand of bijvoorbeeld temperatuur. Andere merken gebruiken een vaste
waarde.
Hier is de pagina in het menu met de parameters:
DVCC - Gedistribueerde spanning en
Pagina 53
stroomregeling