Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Temperatuursensoren Aansluiten; Sensoren Met Vaste Bedrading; Overzicht Van Aansluitingen - Victron energy Cerbo GX Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Cerbo GX:
Inhoudsopgave

Advertenties

2. De
3802 VE.Can-adapter door
NMEA 2000 apparaat zoals een tankzender in een VE.Can-netwerk. Het is ook in staat om een NMEA 2000-netwerk met
lagere spanning rechtstreeks van stroom te voorzien via een 48 V-Victron-systeem.
Waarschuwing en oplossing voor 24 V- en 48 V-systemen
Terwijl alle Victron-componenten tot 70 V op de ingang van hun CAN-bus-connectoren accepteren, doen sommige NMEA 2000-
apparaten dit niet. Zij vereisen een 12 V NMEA 2000-aansluiting en sommige werken tot 30 of 36 V. Controleer het gegevensblad
van alle NMEA 2000-apparaten die in gebruik zijn. Indien het systeem NMEA 2000-apparatuur bevat die een netwerkspanning
vereist onder de accuspanning, dan zie bovenstaande 3802 VE.Can-adapter van OSUKL. Of, als alternatief, installeer de VE.Can
naar NMEA 2000-kabel zonder de zekering en voorzie het NMEA 2000-netwerk van de juiste stroom met behulp van bijvoorbeeld
een NMEA 2000-stroomadapterkabel, die niet door Victron wordt geleverd. De VE.Can-poort op het GX-apparaat heeft geen
externe stroom nodig om te werken.

2.12. Temperatuursensoren aansluiten

2.12.1. Sensoren met vaste bedrading

Bekijk het

Overzicht van aansluitingen [2]

Ze kunnen worden gebruikt om verschillende soorten temperatuurinput te meten en te monitoren.
Temperatuurzenders zijn niet inbegrepen. De vereiste sensor is de
(Houd er rekening mee dat deze verschilt van het BMV-temperatuuraccessoire.)
Ze hoeven niet op de accu te worden aangesloten (hoewel ze lijken op een kabelschoen voor een accu).
Om de temperatuursondes fysiek te bevestigen, moet een huls of een blootgestelde koperen uiteinde van ten minste 10 mm+
in de verwijderbare blokaansluiting worden gestoken. Eenmaal correct bevestigd, kan het oranje lipje ingedrukrt worden als de
draad verwijderd moet worden.
Sensoren worden verbonden met de rode draad aan de bovenkant van de connector en de zwarte draad aan de onderkant.
Sensoren worden ingeschakeld (en uitgeschakeld) in het menu Instellingen -> I/O -> Analoge ingangen van de GX-
apparaatinstellingen.
Eenmaal ingeschakeld, zijn de gegevens van de temperatuursensor zichtbaar in de apparatenlijst en worden ook geregistreerd in
de VRM.
Het selecteren van de temperatuursensor in het menu maakt het mogelijk het temperatuurtype in te stellen als Accu, Koelkast of
Algemeen. Het is ook mogelijk om een aangepaste naam in het apparaatmenu in te stellen.
Pagina 10
Cerbo GX Handleiding
OSUKL. Diens voordeel is dat het zich zeer goed leent tot het verbinden van een enkelvoudig
voor het aantal temperatuursensoren en de locaties.
ASS000001000 - Temperatuursensor QUA/PMP/Venus GX.
Installatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave