Cerbo GX Handleiding
8. DVCC - Gedistribueerde spanning en stroomregeling
8.1. Introductie en kenmerken
Als DVCC ingeschakeld wordt, verandert een GX-apparaat van een passieve in een actieve monitor. De beschikbare functies
en effecten van het inschakelen van DVCC zijn afhankelijk van het type accu dat wordt gebruikt. Het effect hangt ook af van de
geïnstalleerde Victron-componenten en hun configuratie.
Voorbeeld 1 - Beheerde CAN-bus accu's Bijvoorbeeld, in systemen met een aangesloten Beheerde CAN-bus BMS-accu,
ontvangt de GX een Laadspanningslimiet (CVL), Laadstroomlimiet (CCL), Ontladingsstroomlimiet (DCL) van die accu en geeft
dat door aan de aangesloten omvormers/acculaders en zonneladers. Deze schakelen vervolgens hun interne laadsalgoritmen uit
en volgen simpelweg de instructies van de accu op. Het is niet nodig om laadspanningen in te stellen of het type laadalgoritme te
kiezen.
Voorbeeld 2 - Loodzuuraccu's Voor systemen met loodzuuraccu's biedt de DVCC functies zoals een instelbare systeembrede
laadstroomlimiet, waarbij het GX-apparaat de omvormer/acculader actief beperkt voor het geval de zonneladers al op vol
vermogen werken. En ook gedeelde temperatuurdetectie (STS) en gedeelde stroomdetectie (SCS).
Deze tabel toont de aanbevolen instellingen voor verschillende typen accu's:
Bestudeer de volgende hoofdstukken zorgvuldig om DVCC voor een bepaald systeem volledig te begrijpen.
Zie Instellingen → DVCC in de menu's voor het in of uit te schakelen van de DVCC:
DVCC - Gedistribueerde spanning en
Pagina 50
stroomregeling