Nederlands
► Druk de achteras (1) naar beneden.
De achteras (1) is losgemaakt en kan worden
versteld.
► Zet de achteras (1) links en rechts in de
gewenste positie.
Snijhoogte voor instellen
► Druk de hendel (1) naar buiten, zet deze in de
gewenste positie en laat hem vastklikken.
13.3
ECO-modus inschakelen
Wanneer de ECO-modus is ingeschakeld, her‐
kent de grasmaaier de actuele werkomstandig‐
heden en stelt het bijpassende toerental van het
mes automatisch in.
De looptijd van de accu kan daardoor worden
verlengd.
► Open de klep (1) tot aan de aanslag en houd
deze vast.
► Zet de ECO-schakelaar (2) in de positie I.
► Sluit de klep (1).
318
13 Met de grasmaaier werken
13.4
Mulchen
Bij het mulchen wordt het afgesneden gras door
een speciale geleiding van de luchtstroom bij het
mes meerdere malen versnipperd en daarna
weer terug in de grasnerf geblazen. Het maai‐
goed blijft op het gazonoppervlak liggen, waar
het een beetje vergaat en als natuurlijke mest
werkt. Door regelmatig te mulchen en het gras
kort te houden, krijgt u een mooi en dicht gazon.
Snij daarbij 1/3 van de grashoogte af.
Voorwaarden voor een fraai mulchresultaat:
– Frequentie: in de lente (voornaamste groeipe‐
riode) minstens 2 keer per week, in de zomer
en in de herfst 1 keer per week.
– Snijhoogte: snij ongeveer een derde van de
grashoogte af.
– Maai het gazon als het zo droog mogelijk is.
– Gebruik goed geslepen snijmessen.
– Kies een lage snelheid vooruit.
– Varieer de maairichting en zorg ervoor dat de
maaibanen elkaar overlappen.
– Maai hoog opgeschoten gras altijd in fasen.
► Als met ingeschakelde wielaandrijving wordt
gewerkt: rijd de grasmaaier gecontroleerd
vooruit.
► Als met uitgeschakelde wielaandrijving wordt
gewerkt: Duw de grasmaaier langzaam en
gecontroleerd vooruit.
Voor optimale prestaties moeten de aanbevolen
temperatuurbereiken in acht worden genomen,
21.5.
0478-131-9950-C