3.4.2.3 Laadtoestandweergave (boordcomputer)
De laadtoestandweergave geeft de laadtoestand
aan van de pedelecaccu, niet die van de interne
boordcomputeraccu. Wanneer de boordcomputer
uit de houder wordt genomen, blijft het laatst
weergegeven laadtoestand behouden. Op het
display komt elk streepje van het accupictogram
overeen met 20% capaciteit.
Pictogram
Betekenis
De accu is volledig opgeladen.
De accu moet worden bijgeladen.
De LED's van de laadtoestandweergave gaan
uit. De capaciteit voor ondersteuning van de
aandrijving is verbruikt en de ondersteuning
wordt geleidelijke uitgeschakeld. De
resterende capaciteit wordt gebruikt voor de
verlichting en de boordcomputer. De weergave
knippert. De capaciteit van de pedelecaccu is
nog voldoende om de verlichting 2 uur te laten
branden. Dit is zonder rekening te houden met
andere verbruikers (bv. automatische
versnelling, opladen van externe apparaten via
de USB-aansluiting).
Tabel 13: Overzicht laadtoestandweergave
Wanneer een pedelec wordt gebruikt met twee
accu's, geeft de laadtoestandweergave de
resterende capaciteit van beide accu's aan.
Wanneer beide accu's van een pedelec worden
opgeladen, wordt met de functieweergave de
voortgang van het laadproces van beide accu's
weergegeven. Welke van beide accu's wordt
opgeladen, kan worden gezien aan de
knipperende weergave op de accu.
Afbeelding 41: De linker accu wordt opgeladen
De laadtoestand van de accu kan tevens worden
afgelezen aan de hand van de LED's van de
laadtoestandweergave (accu).
MY23I01 - 16_1.0_15.09.2022
3.4.2.4 Weergave gevraagd motorvermogen
Wanneer de motor actief is, wordt de weergave
gevraagd motorvermogen op het
boordcomputerdisplay weergegeven. Het
maximale motorvermogen hangt af van het
geselecteerde ondersteuningsniveau. Een lange
balk betekent een hoog stroomverbruik.
3.4.2.5 Weergave schakeltip
Bij trapfrequenties boven 50 omwentelingen per
minuut wordt een optimale efficiency van de
aandrijfeenheid bereikt. Zeer langzaam trappen
kost juist veel energie. Door de juiste versnelling
te kiezen, kunnen met dezelfde krachtsinspanning
zowel de snelheid als het bereik worden vergroot.
De schakeltip reageert op te langzaam of te snel
trappen en adviseert om over te schakelen.
De schakeltip moet in de systeeminstellingen zijn
ingeschakeld.
Picto-
gram
Tabel 14: Pictogrammen van de schakeltip
3.4.2.6 Tachometerweergave
De tachometerweergave geeft de huidige
snelheid weer.
In de systeeminstellingen kan worden
geselecteerd of de snelheid in kilometers of mijlen
OF
wordt weergegeven.
3.4.2.7 Functieweergave
MP H
KM /
De functieweergave geeft teksten en waarden
aan. Er worden drie verschillende typen informatie
weergegeven:
•
Reisinformatie,
•
Systeeminstellingen en -informatie, en
•
systeemmeldingen.
Gebruik
Trapfrequentie te hoog; een hogere versnelling
wordt aanbevolen
Trapfrequentie te laag; een lagere versnelling wordt
aanbevolen
Beschrijving
51