6.21
Versnelling
De keuze van de juiste versnelling is een
voorwaarde voor het rijden met zo weinig mogelijk
inspanning en voor een goede werking van het
elektrische aandrijfsysteem. De optimale
trapfrequentie ligt tussen 70 en
80 omwentelingen per minuut.
Onderbreek tijdens het schakelen kort het
trappen. Daardoor gaat het schakelen
gemakkelijker en treedt minder slijtage op van
de aandrijflijn.
6.21.1 Derailleur gebruiken
Door de juiste versnelling te kiezen, kan met
dezelfde krachtsinspanning zowel de snelheid als
het bereik worden vergroot.
Oefen tijdens het schakelen even minder kracht
uit op de pedalen. Daardoor gaat het schakelen
gemakkelijker en treedt minder slijtage op van de
aandrijflijn. Houd wel de crank tijdens het
schakelen in beweging.
Afbeelding 116: Schakelen met hendel A, voorbeeld
versnelling SL-M315
Hendel A schakelt van een kleiner naar een groter
achtertandwiel. Het aantal achtertandwielen dat
wordt overgeschakeld, hangt af van de
geselecteerde stand van hendel A.
Zet schakelhendel A op stand 1.
Er wordt één achtertandwiel omhoog
geschakeld.
Zet schakelhendel A op stand 2.
Er worden twee achtertandwielen omhoog
geschakeld.
MY23I01 - 16_1.0_15.09.2022
Afbeelding 117: Schakelen met hendel B, voorbeeld
versnelling SL-M315
Hendel B schakelt van een groter naar een kleiner
achtertandwiel.
Zet schakelhendel B op stand 1.
Er wordt één achtertandwiel omlaag
geschakeld.
Schakelen
Schakel met de schakeleenheid naar de
passende versnelling.
De versnelling schakelt over.
De schakelhendel keert terug naar de
uitgangspositie.
Reinig en smeer de versnelling wanneer het
2
overschakelen blokkeert.
1
Gebruik
1
134