inStallatie
Montage
10.3 elektrische aansluiting
GEVAAR Elektrische schok
Scheid alle polen van het toestel van het elektriciteitsnet
voor aanvang van alle werkzaamheden.
GEVAAR Elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de voorschriften.
GEVAAR Elektrische schok
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aanslui-
ting toegestaan. Het toestel moet op alle polen met een
afstand van minstens 3 mm van de aansluiting op het net
kunnen worden losgekoppeld.
Info
Neem de gegevens op het typeplaatje in acht. De aan-
gegeven spanning moet overeenkomen met de netspan-
ning.
Info
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de aard-
leiding.
1 Elektronische module Regeling, positie X2
2 Aansluitkabel elektronische modules
3 Elektronische module Bediening
onderste kap afnemen
f Draai de 4 schroeven eruit.
f Verwijder de onderste kap.
f Trek de aansluitkabel van de elektronische module Bedie-
ning, positie X2 eraf.
Daarnaast in tweekringboilerwerking:
f trek de kabeldoorvoer er aan de onderkant uit. Druk daar-
voor op de vergrendelhaakjes.
f Schuif de kabeldoorvoer over de elektriciteitskabel en ver-
grendel de kabeldoorvoer opnieuw.
60
| PSH UniverSal el
werkwijze kiezen
Toestel- en milieuschade
!
Schakel de werkwijze alleen om, wanneer het toestel van
het stroomnet is ontkoppeld.
E Eénkringboilerwerking
Z Tweekringboilerwerking
B Boilerwerking
f Selecteer de werkwijze met de schakelaar op de elektroni-
sche module Regeling en kies de gewenste aansluiting (zie
hoofdstuk "Technische gegevens/elektriciteitsschema's en
aansluitingen").
f Steek de aansluitkabel op de elektronische module, positie
X2 (zie hoofdstuk "Technische gegevens/elektriciteitssche-
ma's en aansluitingen").
f Bevestig de onderste kap met de 4 schroeven.
elektriciteitskabel
GEVAAR Elektrische schok
De elektriciteitskabel mag bij beschadiging of vervan-
ging alleen worden vervangen door een installateur die
daartoe door de fabrikant is gemachtigd.
1
Het toestel wordt geleverd met een voorbereide aansluitkabel met
adereindhulzen zonder stekkers.
f Indien de kabellengte onvoldoende is, dient u de aansluit-
2
kabel in het toestel af te klemmen. Gebruik een geschikte
installatiekabel.
f Let er bij het leggen van de nieuwe elektriciteitskabel op dat
deze waterdicht door de aanwezige kabeldoorvoer wordt ge-
leid en sluit deze in het toestel op vakkundige wijze aan.
3
www.Stiebel-eltron.CoM