Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Automatische herstart (kan alleen bij het laden gebruit worden)
In geval van een stroomonderbreking :
- Tijdens een normale oplaadprocedure zal de STARTIUM uitgaan. Wanneer de DIAG-STARTIUM weer aangaat zal hij
niet beginnen op te laden. Hij moet dan handmatig geactiveerd worden.
- Tijdens een laadprocedure met de functie «Automatisch herstarten» gaat de DIAG-STARTIUM uit. Wanneer de
DIAG-STARTIUM weer aangaat zal hij automatisch weer beginnen met laden.
Voor het gebruik van de modus «Automatisch herstarten» :
- Sluit de lader aan volgens de instructies,
- Kies de laadsnelheid en het type accu, rekening houdend met de kenmerken van de accu,
- Druk daarna langer dan 5 seconden op de START/STOP knop.
Een lampje geeft aan dat de functie «Automatisch herstarten» is geactiveerd.
- De ledlampjes spanning en percentage (n° 4 en 5). Deze branden niet meer continu, zoals ze doen tijdens een
normale laadprocedure, maar knipperen.
Druk, om het laadproces in deze modus te onderbreken, op de (8) knop. Een stroomonderbreking
zal het laadproces niet meer onderbreken.
DIAG + funktie (alleen 12V )
Bij een stationair draaiend voertuig het toestel levert tot 60A om de hoge gebruikers te activeren en te testen:
ventilator, raambediening, electronisch geregelde vering etc... Om zodoende een constante stroom toevoer te hebben.
This voltage can be adjusted from 12V to 15V by 0.1V steps with key 1.
Universele functie
In het geval dat men niet het juiste type batterij kan herkennen (lood-calcium, gel, AGM, Start/Stop) dan raden wij aan
de Universele instelling te activerendit is ook de standaard instelling.
TIMER functie
Met de TIMER functie (n°11) kan een variabele laadperiode van 10 tot 120 minuten gekozen worden, met stappen van
10 minuten. Tevens kan geladen worden onder 1V en zonder accu.
Het laden van de functie TIMER is handmatig. De functie geeft de volgende verschillen :
• Het opladen wordt altijd opgestart, onafhankelijk van de staat van de accu (gesulfateerde accu, accu in kortsluiting,
spanning lager dan 1V).
• Het laden start, zelfs als de aansluitingen niet correct zijn : klemmen afgekoppeld of kortsluiting. Er bestaat dus een
risico op vonkvorming als de aanbevelingen voor het correct aansluiten niet opgevolgd worden.
Twee lampjes geven aan dat het laden is opgestart :
- Display (n° 2). Geeft afwisselend de spanning van de accu in volt en de resterende laadtijd in minuten aan.
- De LED lampjes spanning en minuten (n° 3 en 4). Ze branden continu en wisselen in hetzelfde ritme als het display.
Het laden stopt op verschillende manieren :
- Aan het eind van de ingestelde periode.
- Tijdens een stroomonderbreking
- Met een druk op de (8) knop.
Gelijktijdig laden van meerdere accu's
Met behulp van een parallel aansluiting kunt u meerdere accu's tegelijk laden. De positieve polen verbonden met de rode klem en
de negatieve polen aangesloten op de zwarte klem. Deze accu's of groepen accu's moeten van dezelfde spanning zijn : 12V of 24V.
Het serie laden wordt niet aanbevolen.
GEBRUIK IN START PROGRAMMA
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik.
• Koppel de accu niet los van het voertuig. Het aansluiten van de accu kan verlies van gegevens veroorzaken en
eventueel het opstarten verhinderen.
Starten
Als de starter aangesloten is aan de batterij (zie aansluitprocedure) druk op toets 9 om «START ENGINE» te selecteren.
Als deze funktie is geactiveerd een voorstart zal plaatsvinden. Indrukken van elke toets zal dit programma stoppen.
DIAG-STARTIUM 60-12 / 60-24
NL
49