6. LAMPINDICATIES EN DRUKKNOPPEN
7
1
DISPLAY achtergrondblauw om de parameters van het systeem af te beelden.
ALARM rode led om aan te duiden dat een alarm actief is; als het rode led aan is
2
duidt dit op de aanwezigheid van een alarm dat bijgevolg de pompwerking stopt.
START groene led om aan te duiden dat de pomp in werking is. Het knipperende led
3
duidt aan dat het wacht op de starttimer die komt te vervallen.
AUT+UP knop met dubbele functie:
- knop om de automatische functiemodus te activeren; als het groene lampje brandt is
4
de automatische functiemodus actief.
- knop om opwaarts in het programmamenu te bewegen
5
0 knop om de pompen af te zetten en de verwante alarmen te resetten
MAN+DOWN drukknop met dubbele functie:
6
- knop om de manuele werkingsmodus te activeren;
- knop om neerwaarts in het programmamenu te bewegen
7
< knop om naar links in het programmamenu te bewegen
ENTER knop om het instelmenu te activeren/bewaren; change display of the menu
8
parameter settings
9
> knop om naar rechts in het programmamenu te bewegen
10
ON blauwe led duidt aan dat er spanning is en het paneel aan staat door de netvoeding.
6
10
1
8
9
2
3
4
5
6