Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fourgroup Full-App 2 Installatie- En Gebruiksaanwijzing pagina 30

Inhoudsopgave

Advertenties

Binnen het menu "Program DIGIT" is het mogelijk om de werkingsmodus "DIGIT" voor de
pompen te (de)activeren (deze werkingsmodus heeft betrekking op al de aangesloten
Program
pompen). Het DIGIT programma laat het starten/stoppen van de pompen gebaseerd op een
DIGIT
signaal van een 4-20 mA apparaat (bijvoorbeeld, piezoresistive niveausensor, electronische
druksensor,...). Het is mogelijk om het starten/stoppen van de pompen te controleren op
basis van bepaalde niveaus/drukken programmeerbaar door de bediener.
Binnen het menu "Program MULTITANK" is het mogelijk om de werkingsmodus "Program
MULTITANK" te (de)activeren. Het programma MULTITANK herkent het type van
werkingsmodus tussen de aangesloten pompen als volgt:
Program
POMP 1: DARK, CLEAN, DIGIT.
MULTITANK
POMP 2: DARK, CLEAN.
(De programmamodus DIGIT is enkel beschikbaar voor de pomp 1).
Het programma MULTITANK is bijzonder geschikt voor systemen met pompen die verschil-
lende tanks en/of verschillende types pompen met een enkel controlescherm controleren.
Binnen het menu "Program PAUSE/WORK" is het mogelijk om de werkingsmodus "PAUSE/
WORK" te (de)activeren. Het programma PAUSE/WORK laat toe de werking van de pompen
met enkel twee timings te beheren, onafhankelijk van de ingaves, bepaald voor elke pomp, de
Program
pauze (pomp stilstand) en werking (pomp opstarttijd), gewijzigd in de volgende pagina's
PAUSE/WORK
met eenheden die in minuten meten.
Het programma PAUSE / WORK is bijzonder geschikt in systemen met pompen in verschillende
tanks ingebouwd en / of die werken met vooraf bepaalde intervals.
NOTA: ongeacht de geselecteerde programmamodus, is het altijd mogelijk om aan te sluiten aan een
4-20mA apparaat om het niveau/druk weer te geven en te alarmeren bij minimum/maximum
niveau/druk. Bovendien is het met de DIGIT programmamodus ook mogelijk om de actuele niveaus/
drukwaarden in te stellen ter controle van de pompen
Om door te gaan en al de parameters van de DARK werkingsmodus in te stellen druk de toets
De parameter "Operating mode Empty/Fill" stelt de programmamodus van "Dark" naar "empty"
of "fill" in. Met "Empty" bevinden de start/stop vlotterschakelaars van de pompen zich in de
Program
DARK
tank waarin de pomp is geplaatst. Met "Fill" bevinden de start/stop vlotterschakelaars zich in
een andere tank dan waar de pompen zijn geplaatst.
De "X" duidt de te wijzigen instelling van de parameter aan.
0=EMPTY
Operating mode
Empty/Fill
X
1=FILL
Standaardinstelling: 0 (Empty).
Om naar de volgende horizontale parameter te gaan druk de knop
De parameter "Enable DARK" (des)activeert de programmawerkmodus Dark. Van zodra de
Dark modus is geactiveerd werkt het voor al de geïnstalleerde pompen.
Enable
Om de Dark werkingsmodus te activeren druk de knop
DARK
scherm zal kort de melding "save" weergeven als bevestiging dat de instelling is opgeslagen. In
het hoofdscherm verschijnt het woord "drk" om de geselecteerde programmamodus aan te duiden .
De instelling van al de parameters voor de programmamodus Dark is bij deze afgewerkt. Raadpleeg sectie "INSTALLA-
TION EXAMPLES" voor richtlijnen m.b.t. aansluitingen en de toepassingen van de DARK modus. Op dezelfde wijze als de
vorige programmamodus is het mogelijk om "Program CLEAN" te selecteren en al de parameters in te stellen.
Om verder te gaan en al de parameters van de Clean werkingmodus in te stellen druk op de toets
30
Operating mode
Empty/Fill
X
:
Enable
DARK
om de instelling te bewaren. Het
:
:

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave