Inhoudsopgave
Advertenties
INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET PRODUCT, INSTALLATIE EN ONDERHOUD
4
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE
INSTALLATIE
Hier volgen een aantal gegevens met betrekking tot de installatie
van het toestel en de producten van Gruppo Piazzetta S.p.A.
i
Voor volledige informatie wordt verwezen naar de in-
stallatievoorschriften of andere documenten die door
de fabrikant worden geleverd.
4.1
INSTALLATIERUIMTE
Het toestel moet op een plaats geïnstalleerd worden waar er op
een veilige en makkelijke manier gebruik van gemaakt kan wor-
den en waar het onderhoud zonder problemen uitgevoerd kan
worden.
Als het product dat geïnstalleerd wordt een stroomaansluiting
nodig heeft moet deze plaats ook voorzien zijn van een geaarde
elektrische installatie zoals bepaald door de geldende voorschrif-
ten.
a
De installatieruimte moet voldoende verlucht worden
(zie de paragraaf " LUCHTTOEVOER ").
De afmetingen en de kenmerken van de installatie-
■ ■
ruimte en de ruimten die het toestel moet verwarmen
moeten evenredig zijn met de verwarmingscapaciteit
van het toestel. Vergelijk wat vermeld is in de para-
graaf " TECHNISCHE GEGEVENS " met het vermogen
dat nodig is om de vertrekken te verwarmen.
Als het vertrek en de zone waar het toestel wordt ge-
■ ■
installeerd (technische ruimte, muren, nis, wandpa-
neel enz.) niet op passende wijze geïsoleerd is, neemt
de verwarmingscapaciteit van het toestel af.
Voor een controle en een goede berekening van de
■ ■
behoefte van de te verwarmen ruimten moet u een
verwarmingstechnicus inschakelen en de voorschrif-
ten volgen.
a
Controleer of de vloer van de installatieruimte in staat
is om het gewicht van het toestel, inclusief eventuele
bekledingen, accessoires en afwerkingen, te dragen.
Als de vloer niet over voldoende draagvermogen be-
schikt, dan dienen de nodige maatregelen getroffen
te worden.
a
Het gebruik van meerdere toestellen is mogelijk als
het toegestaan wordt door de wetgeving en de fabri-
kant van elk afzonderlijk toestel.
Als het gebruik van meerdere toestellen toegestaan
■ ■
is, dan moeten de wetgeving en de voorschriften van
de fabrikant van elk afzonderlijk toestel worden nage-
leefd.
In het vertrek waar het toestel wordt geïnstalleerd zijn
■ ■
andere gastoestellen van het type C toegelaten (ver-
wijs naar de van kracht zijnde wetgeving).
12
d
De installatieruimte mag niet bestemd zijn als opslag-
ruimte van brandbaar materiaal of plaats waar activi-
teiten met brandgevaar verricht worden.
Verdere beperkingen voor hermetische installaties
d
De installatieplaats:
mag geen trappenhuis zijn (met uitzondering van ge-
■ ■
bouwen met max. twee vertrekken), een gang voor
gemeenschappelijk gebruik of een ruimte met een
volume dat kleiner is dan 15m
mag geen slaapkamer, badkamer, doucheruimte of
■ ■
eenkamerflat zijn, met uitzondering voor gesloten
installaties of toestellen met gesloten vuurhaard en
externe gekanaliseerde verbrandingslucht
mag geen onderdruk bevatten ten opzichte van de
■ ■
buitenomgeving door de tegentrek die veroorzaakt
wordt doordat er zich in de ruimte waar de haard ge-
installeerd is een andere vuurhaard of een toestel met
afzuigsysteem bevindt (bv. geforceerde ventilatiesys-
temen of andere verwarmingssystemen met gebruik
van ventilatie voor luchtverversing).
d
In de ruimte waar het toestel wordt geïnstalleerd:
mogen geen toestellen geïnstalleerd worden die ge-
■ ■
voed worden met vloeibare brandstof met continu of
onderbroken werking waarbij de verbrandingslucht
afkomstig is uit de installatieruimte
het gelijktijdig gebruik van meerdere toestellen (twee
■ ■
kachels, of een haard en een kachel enz.) is niet toege-
staan, behalve wanneer:
de voorschriften van de fabrikant van elk afzonder-
■ −
lijk toestel worden nageleefd
tijdens de meest belastende gelijktijdige werking
■ −
dient de gemeten onderdruk tussen de externe en
de interne omgeving hoger te zijn dan de wettelijk
bepaalde waarde (4 Pa).
de aanwezigheid van gastoestellen van het type B
■ ■
bestemd voor het verwarmen van het vertrek, met of
zonder productie van warm sanitair water is niet toe-
gestaan
alleen in ruimten die als keuken gebruikt worden mo-
■ ■
gen er kooktoestellen gebruikt worden en afzuigkap-
pen zonder extractie.
4.2
LUCHTTOEVOER
Om goed te kunnen werken moet het toestel over de benodigde
lucht voor de verbranding kunnen beschikken.
In het geval van meerdere toestellen moet voldoende toevoer
worden gegarandeerd voor elk afzonderlijk toestel, in overeen-
stemming met de wetgeving en volgens de aanwijzingen van de
fabrikant.
Voor een gezonde omgeving is het raadzaam om, naast de lucht-
toevoer te verzekeren die noodzakelijk is voor de verbranding,
een gepaste verluchting te garanderen in de ruimte waarin het
toestel wordt geïnstalleerd.
DT2002486_H072090NL0_01
3
Advertenties
Inhoudsopgave
