Oliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit.
3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand
(uitsluitend model 70185).
4. Stel de parkeerrem in werking.
5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
6. Verwijder het contactsleuteltje.
7. Zet de stoel omhoog.
8. Maak de omgeving van de peilstok (Figuur 21)
schoon, zodat er geen vuil in de vulbuis kan komen,
wat in motorschade kan resulteren.
Figuur 21
1. Peilstok/vulbuis
9. Verwijder de peilstok en veeg het metalen deel
schoon (Figuur 21).
10. Peilstok helemaal in de vulbuis draaien (Figuur 21).
Peilstok opnieuw eruit draaien en oliepeil op metalen
deel controleren. Als het oliepeil te laag is, moet u
langzaam net genoeg olie in de vulbuis gieten totdat
het peil de VOL-markering op de peilstok bereikt.
Belangrijk: Giet niet te veel olie in het carter;
als de motor daarna gaat lopen, kan de motor
schade oplopen.
2. Metalen deel
Olie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen.
Opmerking: Warme olie kan beter afgetapt
worden.
2. Parkeer de machine zo dat de rechter voorkant iets
lager staat dan de linkerkant, zodat alle olie eruit kan
lopen.
3. Schakel de aftakas uit.
4. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand.
(uitsluitend model 70185)
5. Stel de parkeerrem in werking.
6. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
7. Verwijder het contactsleuteltje.
8. Zet de stoel omhoog.
9. Plaats de aftapslang over de aftapplug (Figuur 22).
1. Olieaftapplug
2. Peilstok/vulbuis
10. Plaats een opvangbak onder de aftapbuis.
11. Open de olieaftapplug (Figuur 22).
12. Als alle olie is weggelopen, verwijdert u de aftapbuis
en draait u de aftapplug dicht.
Opmerking: Geef de oude olie af bij een erkend
inzamelcentrum.
13. Giet ongeveer 80 % van de gespecificeerde
hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis (Figuur 21).
Controleer het oliepeil; zie stappen 9 en 10 van
Oliepeil controleren.
22
Figuur 22
3. Aftapbuis