Advertenties
Storing
Foutcode
Hoge drukfout TS4
Lagedrukstoring TS5
Uitval waterstroom
TS1
Or" ON"
Oververhittingsbeve
iliging voor
watertemperatuur
(d2-TH5) in
verwarmingsmodus
d6-TH3 Uitlaat te
hoge bescherming
8. Problemen
1. De temperatuur van de omgeving
is te hoog
2. Watertemperatuur is te hoog
3. Waterstroom is te laag
4. Het ventilatortoerental is
EE01
abnormaal of de ventilatormotor is
beschadigd
5. Gas systeem vastgelopen
6. Hogedrukdraad is los of
beschadigd
7. Te veel koelmiddel
1. EEV is geblokkeerd of het
leidingsysteem is vastgelopen
2. Motortoerental is abnormaal of
EE02
motor is beschadigd
3. Gaslekkage
4. Lagedrukdraad is los of
beschadigd
1. Waterstroomschakelaar is
EE03
beschadigd
2. Geen / Onvoldoende
waterstroom.
1. Lage waterstroom
2. Waterstroomschakelaar zit vast en
de watertoevoer is afgesneden
3. d2-TH5-sensor is abnormaal
EE04
4. Het verschil tussen de
temperatuur van het uitlaatwater en
de ingestelde temperatuur is 7 ° C of
hoger in de verwarmingsmodus
1. Geen gas
2. Lage waterstroom
EE05
3. Het systeem is geblokkeerd
4. Uitlaat temp. Sensorfout
5. Omgevingstemperatuur is te hoog
Reden
1. Controleer de waterstroom of waterpomp
2. Controleer de ventilatormotor
3. Controleer en repareer het leidingsysteem
4. Controleer en repareer het koelsysteem
5. Sluit de hogedruk draad of nieuwe
vervangen hogedrukpressostaat
6. Controleer en repareer het koelsysteem
1. Controleer de EEV en het leidingsysteem
2. Controleer de motortoerental in
verwarmingsmodus, vervang een nieuwe als
deze abnormaal is
3. Door de hoge drukmeter om de
drukwaarde te controleren
4. Sluit de lagedrukdraad opnieuw aan of
vervang een nieuwe lagedrukschakelaar
1. Wijzig de waterstromingsschakelaar
2. Controleer de waterpomp of het
vaarwegsysteem
1. Controleer het watersysteem
2. Controleer de waterpomp of
waterstroomschakelaar
3. Controleer sensor d2-TH5 of wijzig een
andere sensor
4. Wijzig de ingestelde temperatuur.
1. Controleer de hogedrukmeter, vul deze bij
te laag gas bij
2. Controleer het vaarwegsysteem en de
waterpomp
3. Controleer het leidingsysteem als er een
blok was
4. Wijzig een nieuwe uitlaattemp. Sensor
5. Controleer of de huidige
omgevingstemperatuur en watertemperatuur
hoger zijn dan de bedrijfstemperatuur van de
machine
- 206 -
Oplossing
Advertenties
