NL
NET
1~ 230 V/60 Hz
L1
N
Zekering
Motorbeveiliging
Motorrelais
Condensator
U1
U2
1
2
Z1
3
M
1~
230 V
60 Hz
Driefasenmodel
De aders van de 7-aderige aansluitkabel van de pompen in driefasige-
uitvoering zijn als volgt gekentekend:
Groen/Geel
PE
Aardleiding (aarding)
1
U1
2
V1
Drie wikkelingen, sterschakeling
3
W1
4
TB1
Eerste contact regelkring
5
TB2 Tweede contact regelkring
Aansluitingsplan driefasige motor:
NET
3~ 3x230 V/60 Hz
L1
L2
L3
Zekering
Motorbeveiliging
Motorrelais
U1
V1
W1
1
2
3
M
3~
3x230 V
60 Hz
Aansluiting van de thermische wikkelbeveiliging:
Regelkring : TB1 en TB2 moeten in een schakeling zo aangesloten
worden, zodat volgende functie gewaarborgd wordt: Springen deze
thermovoelers aan, dan wordt de pomp afgeschakeld, tot de tempera-
tuur terug gezakt is. Nu schakelt de pomp terug aan.
4.2 VOORBEREIDING EN HYDRAULISCHE AANSLUITING
Thermische
wikkelbescherming
TB1
TB2
4
5
Groen/Geel
PE Aardleiding
Thermische
wikkelbescherming
TB1
TB2
4
5
Groen/Geel
PE Aardleiding
MELDING
Bewegende delen.
Gevaar voor afknellen, snijden of amputeren van vingers
of andere lichaamsdelen.
Ö De pompinstallatie mag geen toegang geven tot
bewegende delen.
Ö De beveiliging tegen toevallig contact van bewegende
delen (bv. koppeling) mag tijdens het gebruik van de
machine niet worden verwijderd.
Ö Blijf uit de buurt van bewegende delen.
MELDING
Ö De vuil water-dompelpomp moet goed tegen het
aanzuigen van lucht worden beschermd!
Ö Deze pompen mogen niet in droge opstelling
gemonteerd worden, omdat de explosiebeveiliging een
minimum wa-terstand tot onderkant motorbehuizing
voorschrijft.
4.2.1 Opstelling met vloersteunring
- Vloersteunring aan aanzuigflens van pomp monteren en pomp
opstellen. Daarbij op voldoende standvastheid van de pomp letten.
- Drukzijde met flens DN 50 aansluiten.
- Als er een slang aan de drukleiding wordt geïnstalleerd, dan moeten
knikken vermeden worden.
- Toevoerkabel knikvrij, zonder trekbelasting en zonder schuurplaatsen
leggen.
4.2.2 Opstelling voor schachtinbouw
- Buizenspanner aan schachtbinnenkant positioneren en met twee
schroeven los vastmaken.
- Positie van de geleidingsbuisopname van de koppelvoet peilen,
Koppelvoet aan de schachtbodem installeren en met de meegeleverde
pluggen voor zware lasten monteren.
- Drukleiding en kranen spanningsvrij installeren.
- Bevestig de geleidebuis aan de koppelingsbasis, zaag de juiste lengte
af, bevestig de buizenspanner en draai hem definitief vast.
- Koppelingsstuk en drainageketting aan pomp monteren, pomp aan
de ketting (schuif de geleidingsbuis in het koppelstuk) aftappen en klik
in, bevestig de ketting grijpklaar aan de buizenspanner.
- Toevoerkabel knikvrij, zonder trekbelasting en zonder schuur-
plaatsen leggen.
4.3 NIVEAUREGELING
De pompen Sanipump ZPG 71 moeten zo via een niveauregeling gestuurd
worden, dat een daling van het waterniveau tot onder het minimumniveau
(onderkant motorbehuizing) absoluut vermeden wordt.
De niveauregeling kan bv. via vlotterschakelaars, elektropneumatisch
(drukschakelaar) of
via andere geschikte methodes gebeuren. Het
inschakelpunt van de pomp moet zo ingesteld worden, dat de pomp
volledig in het water is ondergedompeld.
Wordt de niveauregeling via vlotterschakelaar gedaan, dan moet het
signaal van de vlotter via veilige Ex i – relais worden doorgegeven.
5. INGEBRUIKNEMING
Alle aansluitingen nogmaals controleren op correcte montage,
afsluitschuiver op doorlaat zetten en niveausturing op correcte functie
controleren.
Bij uitvoering van de proefloop buisleidingen op dichtheid controleren
en eventueel opnieuw dichten.
6. REINIGING/ONDERHOUD
KOPPEL DE VOEDING LOS VOOR ELKE INGREEP !
Na respectievelijk halfjaarlijks tot jaarlijkse periode moet de
olievoorraad in de dichtingsdrager als volgt gecontroleerd worden:
- De pomp op propere ondergrond zo aan de kant leggen, dat de
olievulschroef naar boven wijst.
- Deze schroef wordt uitgedraaid en de oliestand gecontroleerd.
- Ontbreekt gewoon een kleine hoeveelheid olie, dan kan de olievoorraad
probleemloos aangevuld worden. Bij substantieel olieverlies of een
menging van de olie met water moet de klantendienst geïnformeerd
worden. Is de olie met water gemengd, zijn de afdichtingen door de
fabrikant of een toegelaten vakbedrijf te controleren en eventueel te
vervangen.
Ook alle andere onderhoudswerken aan de pomp en aan de elektrische
installatie moeten halfjaarlijks tot jaarlijks (resp. volgens geval ook in
kortere intervallen) door de fabrikant of een toegelaten vakbedrijf
48