NL
• De eigenaar moet ervoor zorgen, dat alle
onderhouds-, inspectie- en montage werken door
geautoriseerd en gekwalificeerd vakpersoneel
uitgevoerd worden, dat zich door uitvoerige
studie van de gebruiksaanwijzing voldoende heeft
geïnformeerd.
• Schakel het pompstation uit en trek de stekker
van het pompstation uit alvorens ermee aan de
slag te gaan.
• De procedure voor het uitschakelen van
het pompstation zoals beschreven in deze
gebruikershandleiding dient te worden gevolgd.
• Pompen of pomptoestellen, die middelen
vervoeren die schadelijk zijn voor de gezondheid,
moeten
ontsmet
beëindigen van de werken moeten alle veiligheids-
en bescherminstallaties terug aangebracht resp. in
functie gesteld worden.
• Voor
de
(her)inbedrijfstelling
opgelijste punten in het hoofdstuk inbedrijfstelling
in acht genomen worden.
• De bedrijfsveiligheid van de geleverde machine
is enkel bij doelgericht gebruik conform van
de
gebruikshandleiding
grenswaardes die aangegeven zijn in het bestek
mogen in geen geval overschreden worden.
• De pomp mag alleen worden gebruikt met
een motorbeveiligingsrelais dat na het optreden
van een storing handmatig weer moet worden
ingeschakeld.
1.8 GEVAREN BIJ NIET BEACHTEN VAN DE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het niet in acht nemen van veiligheidsinstructies kan
leiden tot het verlies van eventuele schadeclaims.
Niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies
kan zowel tot gevaar voor personen alsook voor
milieu en machine leiden. In bepaalde gevallen kan
niet in acht nemen bij voorbeeld volgende gevaren
creëren:
• Uitvallen
van
belangrijke
functies.
• Falen van voorgeschreven methodes voor
onderhoud en reparaties.
• In gevaar brengen van personen door elektrische,
mechanische en chemische inwerkingen.
• In gevaar brengen van milieu door lekkage van
gevaarlijke stoffen.
2. TRANSPORT, TIJDELIJKE OPSLAG,
VERWIJDERING
2.1 INSPECTIE BIJ ONTVANGST
• Controleer bij ontvangst van de goederen de staat van de verpakking
van het pompstation.
• Noteer in geval van beschadiging de exacte schade en breng
onmiddellijk de dealer schriftelijk op de hoogte.
2.2 TRANSPORT
worden.
Onmiddellijk
moeten
gegarandeerd.
machine/toestel
GEVAAR
Het pompstation laten vallen
Kans op letsel wanneer het pompstation valt!
Ö Neem het aangegeven gewicht in acht (zie 3.2
Teschnische gegevens) .
Ö Hang het pompstation nooit op aan de elektriciteitskabel.
Ö Gebruik geschikte transportmiddelen.
• De pompen Sanipump ZPG 71 moet in principe aan het hiervoor
voorziene oogje aan de bovenzijde of aan de handgreep opgeheven en/
of vervoerd worden. In geen geval mag de pomp aan de toevoerkabel
opgeheven worden.
• Het pompstation is geïnspecteerd om er zeker van te zijn dat er geen
schade is ontstaan tijdens het transport.
2.3 TIJDELIJKE OPSLAG
• Voor tussentijds opslaan van de pompen is bewaring op een koele,
droge, vorstvrije en donkere plaats voldoende.
• In het geval van langdurige opslag, dient de waaier minstens 1 keer
na
per maand gedraaid te worden om het vastkleven van de afdichtringen
te vermijden.
2.4 VERWIJDERING
Het
apparaat
huishoudelijk afval en moet worden ingeleverd bij een
de
recycling punt voor elektrische apparaten. De materialen
en componenten van het apparaat zijn geschikt voor
hergebruik. Het weggooien van elektrisch en elektronisch
afval, het recyclen en herstel van enige vorm van gebruikte
apparaten dragen bij aan het behoud van ons milieu.
3. BESCHRIJVING
De
3.1 TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN
De vies water dompelpompen type Sanipump ZPG 71 dienen voor
afwatering van vuil waterschachten.
Toepassingslimiet:
Het gebruik van deze pomp is niet geschikt voor de afvoer :
- van afvalwater met fecaliën (zwart water).
- van afvalwater met stoffen die de materialen van de pomp van de
schacht of van de schachtinbouwdelen aantasten.
- van water met vaste stoffen, vezelmateriaal, teer, zand, cement,
as, grof papier, papieren handdoeken, vochtige doekjes, hygiënische
artikelen, karton, vuil, afval, slachthuisafval, vetten, oliën.
- van afvalwater dat schadelijke stoffen bevat, bijvoorbeeld vet
afvalwater van commerciële keukens. Afvoer mag alleen plaatsvinden
via een vetafscheider volgens EN 1825.
3.2 TESCHNISCHE GEGEVENS
Sanipump
Opnamevermogen P1 (kW)
Nominaal vermogen P2 (kW)
Spanning U (V)
Frequentie f (Hz)
Nominale stroomopname I (A)
Toerental n (min
)
-1
Max. transporthoeveelheid
Qmax (m
/h)
3
Max. transporthoogte Hmax (m)
Max. Mediumtemperatuur
Tmax (°C)
Drukaansluiting
Gewicht met kabel (kg)
Rel. inschakelduur
Minimum vloeistofniveau
Materialen
Motorhuis
Motoras
Pompbehuizing
46
mag
niet
worden
weggegooid
ZPG
ZPG
ZPG
71.1 S
71.1 T
71.2 T
2,5
2,2
4,0
1,7
1,7
3,2
230
3x230
3x230
60
13,5
6,1
10,9
2800
36
36
45
17
17
27
40
Flens DN50
38
40
44
S1- continu bedrijf (volledig
ondergedompeld),
S3 - 40 % (boven water)
onderkant motorbehuizing
GG 20
1.4021
GG 20
als
ZPG
71.3 T
4,0
3,2
3x230
10,9
50
30
46