Plaatsen en aansluiten
nl
veiligheid beslist te gebruiken met een geschikte
gasregelaar.
Weet u niet welke gasdruk uw elektriciteitsnet heeft,
neem dan contact op met uw plaatselijke energiebedrijf.
De aansluiting, het onderhoud en de instelling van de
gasregelaar dient te worden uitgevoerd door technisch
personeel van de netbeheerder.
Apparaat aan de gasleiding of aan de deurgreep
verschuiven
Verschuif het apparaat niet door aan de gasleiding te
trekken; de gasleiding kan beschadigd raken. Gevaar
voor een gaslek! Verschuif het apparaat niet door aan
de deurgreep te trekken. Deurscharnieren en
deurgreep kunnen beschadigd raken.
Elektrische aansluiting
Het apparaat is geschikt voor een netspanning van
220-240 V. Voor de aansluiting is een zekering van
16 A nodig.
Laat het apparaat plaatsen door een servicedienst.
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, dan vervalt
bij schade het recht op garantie.
Attentie!
Wanneer de netspanning afneemt tot minder dan
■
180 V, functioneert het elektrische
ontstekingssysteem niet meer.
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze
■
door de fabrikant, door de servicedienst of door een
erkende monteur worden vervangen.
:
Waarschuwing – Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen
bestaat er elektrocutiegevaar.
Pak de stekker uitsluitend met drogen handen beet.
■
Trekt u de aansluitkabel eruit, pak hem dan altijd
■
direct bij de stekker vast en niet aan de kabel zelf,
omdat deze dan beschadigd kan raken.
Trek de stekker nooit tijdens het gebruik uit het
■
stopcontact.
Houd u aan de volgende instructies en zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
de stekker in het stopcontact past.
■
de doorsnede van de elektrische kabel groot
■
genoeg is.
het aardingssysteem volgens de voorschriften is
■
geïnstalleerd.
de vervanging van de aansluitkabel (indien nodig)
■
alleen plaatsvindt door een vakkundig monteur.Een
nieuwe kabel is verkrijgbaar bij de Servicedienst.
er geen meervoudige stekkers/contactdozen en/of
■
verlengkabels worden gebruikt.
er bij gebruik van een aardlekschakelaar alleen een
■
type met het symbool
Alleen aardlekschakelaars met dit symbool voldoen
aan de geldende voorschriften.
de stekker altijd bereikbaar is.
■
de aansluitkabel niet wordt geknikt, bekneld,
■
gewijzigd of doorgesneden.
de aansluitkabel niet in contact komt met
■
warmtebronnen.
10
wordt gebruikt.
z
Voor de servicedienst
Attentie!
Het apparaat moet overeenkomstig de specificaties
■
op het typeplaatje worden aangesloten.
Sluit het toestel alleen op een elektrische aansluiting
■
aan die voldoet aan de geldende bepalingen. De
contactdoos moet goed toegankelijk zijn om het
apparaat indien nodig van het lichtnet te kunnen
scheiden.
Er moet een meerpolige scheidingsinrichting
■
aangebracht zijn.
Gebruik nooit een verlengkabel of meervoudige
■
stekker.
Om veiligheidsredenen mag dit apparaat alleen op
■
een geaarde aansluiting worden aangesloten,
Wanneer de randaarde-aansluiting niet aan de
voorwaarden voldoet, is de bescherming tegen
elektrische gevaren niet gegarandeerd.
Voor de aansluiting van het apparaat moet een
■
kabel van het type H 05 W-F of gelijkwaardig worden
gebruikt.
Fornuis met de waterpas horizontaal
plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
1.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en
achter stelvoeten.
De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel
2.
omhoog of omlaag draaien, tot het fornuis waterpas
staat (Afbeelding A).
Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
3.
Aangrenzende meubels
Aangrenzende meubels dienen uit niet-brandbaar
materiaal te bestaan. Aangrenzende voorzijden van
meubels dienen tot minstens 90°C
temperatuurbestendig te zijn.
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het
met de meegeleverde haak aan de wand te bevestigen.
Neem het montagevoorschrift voor bevestiging aan de
wand in acht.