Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfname; Werking En Bediening; Onderhoud En Reiniging; Onderhoud - Stiebel Eltron WPL 13 Montageaanwijzingen

Compacte lucht/water-warmtepomp
Verberg thumbnails Zie ook voor WPL 13:
Inhoudsopgave

Advertenties

5 Inbedrijfname

Zie montageaanwijzing van de
WPM II
warmtepompmanager WPM.
Wanneer ook warmwater moet
WPM II
worden bereid mag parameter 34
„WP-trappen voor warmwater"
alleen op 01 of 02 worden ingesteld.
Haakschakelaar op de IWS (afb. 16)
Beide schakelaars moeten steeds op
dezelfde schakelaarstand staan. Bij
de warmtepomp WPL 13, 18 en 23 moe-
ten beide gesloten zijn.

6 Werking en bediening

Voor de werking van de warmte-
WPM II
pomp is de warmtepompmanager
WPM noodzakelijk. Deze regelt
de gehele verwarmingsinstallatie. Hieraan
worden de noodzakelijke instellingen uit-
gevoerd.
Zie gebruiksaanwijzing van de warmtepomp-
manager WPM.
Alle instellingen van de wamtepompmanager
WPM moeten door de vakman worden uit-
gevoerd.
De spanningsvoorziening van de
warmtepomp mag buiten de verwar-
mingsperiode niet wordne onderbroken,
omdat dan de vorstbescherming van de
installatie niet gewaarborgd is. Normaal
gesproken is het uitschakelen van de instal-
latie in de zomer niet noodzakelijk, daar
de WPM over een automatische zomer- /
winter-omschakeling beschikt. Bij het
buiten werking stellen van de installatie
moet de WPM stand-by worden gezet. De
veiligheidsfuncties ter bescherming van de
installatie blijven zo behouden. (bijv. vorst-
bescherming)
Bij volledig uitgeschakelde warmtepomp
moet bij vorstgevaar de warmtepomp aan
de waterzijde leeggemaakt worden.
16

7 Onderhoud en reiniging

7.1 Onderhoud

De warmtepomp werkt volautomatisch en
heeft geen bijzonder onderhoud nodig
Indien er warmte-energietellers zijn ingebou-
wd moeten de snel verstopt rakende zeven
hiervan regelmatig worden gereinigd.
De luchtintrede- en uittredeopenin-
gen van de warmtepomp moeten vrij
van sneeuw en bladeren worden gehouden.

7.2 Reiniging

7.2.1 De verdamperlamellen, die na het
verwijderen van het bekledingsdeel aan de
condensorzijde toegankelijk zijn, moeten re-
gelmatig van loof en verontreinigingen worden
bevrijd.
7.2.2 De condenswaterafvoer in bepaalde
afstanden controleren. Verontreinigingen en
verstoppingen verhelpen.
7.2.3 Bij storingen van de werking van de
warmtepomp door aanslag van corrosie-
producten (roestslib) in de condensor helpt
alleen chemisch losmaken met behulp van
geschikte oplosmiddelen en spoelpomp door
de klantendienst.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpl 18Wpl 23

Inhoudsopgave