10 progress
2. Stel de dosering van het glansmiddel in
op de laagste stand. Zie hoofdstuk 'Ge-
bruik van afwasmiddel en glansmiddel'.
Weer apart wasmiddel, zout en
glansmiddel gebruiken
1. Vul het zoutreservoir en het glansmid-
deldoseerbakje.
2. Stel de waterontharder op het hoogste
niveau in.
DE AFWASAUTOMAAT INRUIMEN
Adviezen
• Plaats geen voorwerpen in het apparaat
die water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
• Verwijder alle voedselresten van de voor-
werpen.
• Maak aangebrande voedselresten op de
voorwerpen zachter.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, gla-
zen en pannen) met de opening naar be-
neden.
• Zorg ervoor dat zich geen water kan op-
hopen in opbergdozen of kommen.
• Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek
niet in elkaar liggen.
• Zorg ervoor dat glazen andere glazen niet
aanraken.
• Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
• Meng lepels met ander bestek om te
voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
• Als u de voorwerpen in de manden
plaatst, zorg er dan voor dat het water al-
le oppervlakken kan bereiken.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet ver-
schuiven.
• Waterdruppels kunnen zich ophopen op
plastic voorwerpen en antiaanbakpan-
nen.
Onderrek
Plaats steelpannen, deksels, slakommen en
bestek in het onderrek. Rangschik dek-
schalen en grote deksels langs de rand van
het onderrek.
3. Start een afwasprogramma zonder ser-
viesgoed.
4. Als het afwasprogramma is voltooid, wij-
zigt u de waterontharder in de water-
hardheid van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
De bestekmand
Plaats vorken en lepels met het handvat
naar beneden.
Plaats messen met het handvat naar bo-
ven.