Inhoudsopgave
Advertenties
Categorie
a)
b)
9
10
11
22
32
33
38
48
49
51
52
53
54
099-005607-EW505
22.08.2019
Fout
Mogelijke oorzaak
c)
Voordruk te laag
Sec.-
Overspanning op uitgang: In-
overspanning
verterfout
Aardsluiting
Verbinding tussen lasdraad en
(PE-storing)
apparaathuis
Snelle
Het wegnemen van het logi-
uitschakeling
sche signaal "Robot gereed"
tijdens het proces
Koelmiddelo-
Koelmiddel oververhit (>=70°C /
vertemperatuur
>=158°F)
[3]
koelmiddelretourleiding
Ventilator geblokkeerd, vervuild
of defect
Lucht in- of uitvoer geblokkeerd Lucht in- en uitvoer controle-
[3]
Fout I>0
[3]
Fout UIST
Kortsluiting in het lasstroomcir-
cuit voor het lassen
[3]
Fout IIST
Kortsluiting in het lasstroomcir-
cuit voor het lassen
Ontstekingsfout Tijdens een processtart met
een automatisch apparaat vond
geen ontsteking plaats
Vlamboogon-
Tijdens het lassen met een
derbreking
automatische installatie, vond
een onderbreking van de vlam-
boog plaats
Noodstop
Het noodstopcircuit van de
stroombron werd geactiveerd.
Geen
Na het inschakelen van de
draadtoevoer-
automatische installatie werd
apparaat
geen DV-apparaat herkend
Geen DV-
Draadaanvoerapparaat 2 niet
apparaat 2
herkend
[2]
VRD-fout
Fout nullastspanningsreductie
Verhelpen van storingen
Oplossing
Knikken in het slangpakket
verwijderen; instelwaarde:
4-6 bar voordruk
Servicedienst informeren
Elektrische verbinding ver-
wijderen
Fout bij overlappende be-
sturing oplossen
Stroombron laten afkoelen
[1]
gemeten in de
(netschakelaar op "1")
Ventilator gecontroleerd, rei-
nigen of vervangen
ren
Servicedienst informeren
Kortsluiting in het lasstro-
omcircuit verwijderen; externe
voelerspanning verwijderen
Kortsluiting in het lasstro-
omcircuit verwijderen
Draadtoevoer controleren,
aansluitingen van de lastkabel
in het lasstroomcircuit contro-
leren en zo nodig gecorro-
deerde oppervlakken op het
werkstuk vóór het lassen rei-
nigen
Draadtoevoer controleren en
lassnelheid aanpassen.
De activering van het
noodstopcircuit weer deac-
tiveren (veiligheidscircuit
vrijgeven)
Stuurstroomkabels van het
DV-apparaat controleren resp.
aansluiten; kenmerknummers
van de automatische DV-
correctie corrigeren (bij 1DV:
Nummer 1 controleren; bij
2DV telkens een DV met
nummer 1 en een DV met
nummer 2)
Stuurstroomkabels van de
DV-apparaten controleren
resp. aansluiten
Indien nodig extern apparaat
van het lasstroomcircuit los-
koppelen; service informeren
Foutmeldingen (Stroombron)
51
Advertenties
Inhoudsopgave
