Opbouw en functie
Transport en installatie
5.1.5
Werkstukleiding, algemeen
Verbrandingsgevaar door onvakkundige lasstroomaansluiting!
Door niet-vergrendelde lasstroomstekkers (apparaataansluitingen) of vuil aan de
werkstukaansluiting (verf, corrosie) kunnen deze aansluitpunten en kabels heet worden
en bij aanraking brandwonden veroorzaken!
•
Controleer dagelijks de lasstroomaansluitingen en vergrendel eventuele niet-vergrendelde
aansluitingen.
•
Maak de werkstukaansluitplekken grondig schoon en zorg voor een veilige bevestiging!
Gebruik de constructiedelen van het werkstuk niet als retourleiding van de lasstroom!
5.1.6
Koeling van de lastoorts
5.1.6.1
Beschrijving van de werking
Het koelsysteem van deze apparaatserie is voor de optimalisatie van de bedrijfstoestanden en ter be-
scherming tegen apparaatschade, uitgerust met een temperatuur- en doorstroombewaking. Voor de be-
waking en regeling van het koelsysteem zijn de grenswaarden > zie hoofdstuk 8.1voor waarschuwingen
en fouten in het apparaat opgeslagen (besturingsafhankelijk instelbaar). Bij een verstoord of overbelast
koelsysteem wordt een foutmelding afgegeven en wordt het lasproces gecontroleerd uitgeschakeld.
Onvoldoende antivries in het lastoortskoelvloeistof!
Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden worden er verschillende vloeistoffen voor de
koeling van de lastoorts gebruikt > zie hoofdstuk 5.1.6.2.
Koelvloeistof met antivries (KF 37E of KF 23E) moet op regelmatige intervallen op voldoende an-
tivries worden gecontroleerd om beschadiging van het apparaat of accessoires te voorkomen.
•
De koelvloeistof moet met de antivriestester TYP 1 op voldoende antivries worden gecontro-
leerd.
•
Koelvloeistof met onvoldoende antivries eventueel vervangen!
Koelmiddelmengsels!
Mengsels met andere vloeistoffen of het gebruik van ongepaste koelmiddelen leidt tot materiële
schade en tot het verlies van de fabrieksgarantie!
•
Uitsluitend de in deze handleiding beschreven koelmiddelen (overzicht koelmiddelen)
gebruiken.
•
Verschillende koelmiddelen niet met elkaar mengen.
•
Bij vervanging van koelmiddel moet de volledige vloeistof vervangen worden.
De afvalverwerking van koelvloeistoffen moet in overeenstemming met overheidsvoorschriften en
instructies op desbetreffende veiligheidsinformatiebladen worden uitgevoerd.
5.1.6.2
Toegestaan lastoortskoelmiddel
Koelmiddel
KF 23E (standaard)
KF 37E
22
VOORZICHTIG
Temperatuurbereik
-10 °C tot +40 °C (14 °F tot +104 °F)
-20 °C tot +30 °C (-4 °F tot +86 °F)
099-005607-EW505
22.08.2019