NL
VOORZICHTIG
De meting van de twee punten moeten in één lijn lopen en het tweede meetpunt moet zich
loodrecht op het meetvlak bevinden, anders kan het leiden tot foutieve metingen.
7.3 Werkinstructies
Tijdens de meting mag het laserapparaat niet worden bewogen. Aan te bevelen is een vaste steun met
aanslag. Het laserzend- en ontvangstgedeelte mag bij een meting niet worden afgedekt.
Afhankelijk van het meetoppervlak kan niet worden uitgesloten dat het tot onjuiste metingen leidt.
Vermijd oppervlakken die oneffen, spiegelend, transparant of poreus zijn.
16