NL
6. Inbedrijfstelling
6.1 Batterijen
1. Deksel van het batterijvak aan de achterkant van het apparaat openen.
2. Plaats de batterijen in het apparaat met de polen in de goede richting.
3. Sluit het deksel van het batterijvak (de sluiting klikt hoorbaar dicht).
Uitsluitend alkaline-batterijen van het type 1,5 V mignon (AAA) gebruiken! Als het apparaat lange tijd niet
wordt gebruikt, de batterijen verwijderen.
6.2 Riemtasje
Voor het transport van het laserapparaat kan deze worden opgeborgen in een riemtasje. Voor de meting
moet het laserapparaat uit de tas worden verwijderd.
13