Zet op de eerste rij van de onderstaande tabel een kruisje in de vakjes die overeen-
1
stemmen met de persoonlijke radiocode van uw centrale.
Persoonlijke radiocode
Detectorcode
Noteer op de 2de rij een "0" (nul) onder elk kruisje.
2
Zet in de lege vakjes op de 2de rij een "1" (één).
3
Voorbeeld (niet gebruiken): u hebt gekozen om de vakjes 2, 7 en 8 aan te duiden.
Persoonlijke radiocode
Detectorcode
U bekomt een reeks van 10 cijfers ("0" of "1") die overeenstemt met de op uw detector te
programmeren code.
Opgelet: de code "0000000000" is niet toegestaan.
Programmeer uw radiocode door op de toetsen
4
ken, zoals in onderstaand schema:
Begin programmering
35
Gelijktijdig
indrukken tot het
programmeerlampje
dooft.
Opgelet: Bij een verkeerde programmering zal het rode controlelampje knipperen.
U dient dan de programmering te herbeginnen.
Druk tijdens de programmeringsfase niet op de testtoets.
Testen van de persoonlijke radiocode
5
Indien u uw systeem aanvult, moet u de centrale eerst in testmodus zetten alvorens
deze test uit te voeren. Raadpleeg de installatiehandleiding van het alarmsysteem.
Druk kort op de testtoets van de detector en controleer of de centrale een geluidssignaal
uitzendt en het lampje "Alarm" doet oplichten of het gesproken bericht
LARM"
laat horen.
Indien uw centrale niet reageert zoals verwacht, moet u uw detector herprogrammeren.
Indien het probleem zich blijft voordoen, herhaalt u de codering van uw centrale en pro-
beert u opnieuw. U hebt nu uw persoonlijke radiocode aan de detector toegekend.
1
1
1
Programmering
L
10 korte opeenvolgende drukken
die overeenstemmen met de te
programmeren detectorcode. Het
controlelampje licht bij elke druk op.
2
3
4
5
2
3
4
5
X
0
1
1
1
en
van de detector te druk-
0
1
Gelijktijdig indrukken tot het
lampje dooft. Het lampje licht
vervolgens 5 seconden op als
signaal voor een correcte
(Fig.
F)
NL
6
7
8
9
6
7
8
9
X
X
1
0
0
1
Einde programmering
35
programmering.
"VOORA-
10
10
1
22