Als u in het bezit bent van een alarmbox en besturing DIAG56AAX, laat u begeleiden door de applicatie e-ONE voor de parametrering en de installatie van dit product. e-ONE Voorwoord IMPORTANT • De centrale beschikt over verschillende parameters die talrijke toepassingen mogelijk maken evenals de individualisering van de installatie in functie van het te beveiligen pand.
1. Voorstelling van het systeem 1.1. De brandbeveiliging De optische rookdetector zorgt 24u/24 voor een brandbeveiliging van de lokalen, ongeacht de status van de inbraakbeveiliging. Bij branddetectie zal hij zijn ingebouwde sirene inschakelen en zal hij de inschakeling van alle alarmtoestellen en de telefoontransmissie naar de correspondenten veroorzaken.
1.3. Signalering van de alarmen De alarmen die sinds de laatste systeeminschakeling zijn voorgevallen, worden opgeslagen in het alarmgeheugen en vocaal door de centrale meegedeeld tijdens “bip, uit, bip, op 28/11 de uitschakeling van het alarmsysteem. om 17u57, inbraak groep 1 detector 12 keuken, bip, het alarmgeheugen kan tot 10 alarmen opslaan;...
2. Programmeringsprincipe 1. Open het deksel van de centrale en zet het systeem in installatiemodus via de volgende code op het toetsenbord: OPGELET: om veiligheidsredenen zal de “bip, installatiemodus” centrale automatisch naar gebruiksmodus overschakelen indien er gedurende 4 uur hoofdtoegangscode geen besturing wordt ingegeven.
3.4. Belvertraging De inschakeling van de in de centrale ingebouwde sirene is onmiddellijk, maar kan tot 1 min. vertraagd worden. Om de belvertraging te wijzigen, druk: “bip + mededeling van de ingegeven cijfers” Van 00 tot 60 sec. (fabrieksconfiguratie: 0 sec., onmiddellijk) 3.5.
3.8. Inschakeling bij “Vooralarm” Op bepaalde detectors kan men het alarmniveau programmeren op: Zwak vooralarm, Luid vooralarm of Inbraak (zie installatiegids en gebruiksaanwijzing, hoofdstuk: Voorstelling van de centrale/werking/de inbraakbeveiliging). De geluidssignalen (beeps) van de ingebouwde sirene van de centrale kunnen naar aanleiding van een zwak vooralarm verwijderd worden.
3.12. Zelfbeveiliging van de telefoonlijn Indien het systeem beschikt over een RTC-telefoonkiezer, zal de centrale reageren bij telefoonlijnonderbreking of -afwezigheid en zal ze de storing memoriseren. Om de controle van de telefoonlijn te wijzigen, druk: “bip + mededeling van de ingegeven cijfers” •...
3.17. Activering via geluidsoproep of bel In fabrieksconfiguratie schakelt de centrale een belsignaal met 2 beltonen in wanneer men op de toets “Bel” van een besturingstoetsenbord drukt of wanneer de carillonfunctie werd geprogrammeerd. Om het belsignaal van de centrale uit te schakelen, druk: “bip + mededeling van de ingegeven cijfers”...
Groep Aan 1 - 3 - Groep Aan 1 2 3 4 Groep uit 1- - - Groep uit 1 2 - 4 Groep Aan - 2 3 - • Pour une utilisation avec un automatisme Diagral by Adyx Besturing Besturingsnummer Besturing Besturingsnummer Ouverture / fermeture totale portail 1 Montée volet 1...
Groep Aan 1 - 3 - Groep Aan 1 2 3 4 Groep uit 1- - - Groep uit 1 2 - 4 Groep Aan - 2 3 - • Pour une utilisation avec un automatisme Diagral by Adyx Besturing Besturingsnummer Besturing Besturingsnummer Ouverture / fermeture totale portail 1 Montée volet 1...
• Om een badge te beperken tot bepaalde groepen, druk: hoofdtoegangscode groepen van 1 tot 4 badgenummer van 01 tot 24 Voorbeeld: om de badge 01 te beperken tot de Groep 2, druk: In dat geval kan men met de badge 01 enkel de Groep 2 in- of uitschakelen.
5.3. Bijkomende toegangscodes 5.3.1. Beperkte toegang tot de besturingen De bijkomende toegangscodes kunnen afzonderlijk een beperkte toegang hebben tot bepaalde besturingstoetsen en tot bepaalde groepen. Enkel de toetsen of de groepen die tijdens de programmering werden geselecteerd, zijn toegankelijk tijdens het gebruik van de bijkomende toegangscode.
5.4. Bij verlies van de hoofdtoegangscode van het toetsenbord Om de nieuwe hoofdtoegangscode van het toetsenbord te programmeren, moeten deel A en nadien deel B van de procedure als volgt worden uitgevoerd: A. Het systeem in installatiemodus zetten • Als de hoofdtoegangscode van de centrale GEKEND IS Op het toetsenbord van de centrale het volgende invoeren: “bip, installatiemodus”...
Pagina 15
• DIAG46BCX - Op het toetsenbord invoeren, het toetsenbord biept, het controlelampje * * * gaat groen branden. - Het toetsenbord in installatiemodus zetten door in te voeren. - Het toetsenbord opnieuw aan de centrale aanleren: “biiiiip” “biep, besturing X” “biiiiip”...
6. Programmering van de bewegings- en openingsdetectors OPGELET: de parameterring kan enkel met open detectordoos worden uitgevoerd. 6.1. Detectiegevoeligheid voor de bewegingsdetector DIAG20AVK Als fabrieksinstelling is de detectiegevoeligheid standaard, u kan deze programmering wijzigen volgens de tabel hieronder. Parameternummer Parameterwaarde Kenmerken Detectiezone hoge gevoeligheid...
6.2. Het controlelampje brandt bij elke detectie in testmodus In fabrieksconfiguratie is het oplichten van het controlelampje uitgeschakeld. u kunt deze programmering activeren zoals aangegeven in onderstaand overzicht. Parameternummer Parameterwaarde Kenmerken Niet actief conform EN 50131-2-2 Graad 2 (fabrieksconfiguratie) actief Programmeringssequentie Controlelampje Controlelampje...
6.4. Gevoeligheidsinstelling van de bewegingsdetector “Speciaal huisdieren” DIAG21AVK Instelling van het gevoeligheidsniveau Parameternummer Parameterwaarde Kenmerken Niveau 1: standaardgevoeligheid (fabrieksconfiguratie) Niveau 2: gemiddelde gevoeligheid Niveau 3: sterke gevoeligheid Niveau 4: maximale gevoeligheid Wanneer men de plaatsingsregels respecteert, volstaat in de meeste gevallen het niveau 1 (fabrieksconfiguratie) om een ruimte doeltreffend te beveiligen en de alarminschakelingen veroorzaakt door huisdieren te vermijden.
Verificatie: door het parameternummer te selecteren en dan te kijken hoeveel keer het controlelampje knippert, kan men de programmering van het gemiddeld gevoeligheidsniveau controleren. Controlelampje Controlelampje ongeveer ongeveer ongeveer 10 sec. 5 sec. 10 sec. indrukken Begin van de De toets 3 keer Druk Einde van de Het controlelampje...
6.6. Programmering van het alarmniveau van de openingsdetectors In fabrieksconfiguratie is het alarmniveau geprogrammeerd op “inbraak”. u kunt deze programmering wijzigen via het onderstaande overzicht. Contactbeschrijving Parameternummer Alarmniveau Parameterwaarde inbraak (fabrieksconfiguratie) vooralarm Openingsdetector Ingebouwd Multicontactdetector afschrikking waarschuwing inbraak (fabrieksconfiguratie) vooralarm Multicontactdetector Op afstand afschrikking...
6.7. Parametrering van de detector DIAG29AVX Parameter Parameter Functieomschrijving Kenmerken nummer waarde Branden van het testcontrolelampje Gedeactiveerd (bedrijfsinstelling) bij detectie en voor de Geactiveerd beeldensequentie op aanvraag Toestemming geactiveerd (fabrieksinstelling) Beeldensequentie op aanvraag (1) Toestemming niet geactiveerd Toestemming geactiveerd (fabrieksinstelling) Toestemming niet geactiveerd Transmissie van een beeldensequentie (2)
7. Overzicht van de parameters van de centrale In te vullen Parameters van de hoofdtoegangscode Parameterbeschrijving Programmering Parameters Mogelijke waarden Gekozen fabrieksconfiguratie parameters Wijziging van de PPPP XXXX XXXX 0 0 0 0 PPPP = actuele hoofdtoegangscode PPPP = hoofdtoegangscode XXXX = nieuwe code (mogelijk in de 3 werkingsmodi)
Pagina 23
aan te vullen Parameters van de centrale (vervolg) Parameterbeschrijving Programmering Parameters Mogelijke waarden Gekozen fabrieksconfiguratie parameters Zelfbeveiliging actief 24u/24 radioverbinding (vocale 0: inactief signalering + 1: actief 24u/24 (vocale signalering + opname in het opname in het incidentenjournaal incidenten- + alarminschakeling) journaal) 2: actief 24u/24 (vocale signalering + opname in het incidentenjournaal)
Pagina 24
aan te à compléter vullen Parameters van de centrale (vervolg) Parameterbeschrijving Programmering Parameters Mogelijke waarden Gekozen fabrieksconfiguratie parameters Signalering signalering 0: signalering inactief van de storingen actief 1: signalering actief via een biepsignaal Toekenning van een al n° = nummer van de n°...
8. Samenvattend overzicht van de berichten van de centrale 8.1. De centrale signaleert de alarminschakelingen De alarminschakelingen die sinds de laatste systeeminschakeling zijn opgetreden, worden vocaal door de centrale bij de systeemuitschakeling meegedeeld. het vocale alarmgeheugen kan tot 10 alarminschakelingen onthouden; deze worden in chronologische volgorde meegedeeld.
8.2. De centrale memoriseert de storingen De centrale controleert 24u/24 de status van de De centrale signaleert de storingen: • bij ontvangst van de in- of uitschakelingsinstructie, systeemtoestellen (met uitzondering van de • bij ondervraging van de systeemstatus. afstandsbedieningen): • de voeding, •...