Download Print deze pagina

Gossen MetraWatt DUSPOL expert 1000 Gebruiksaanwijzing pagina 39

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 38
LED). Een LED stap lichten van 75 - 85 % van de schaal-
waarde
-
Wisselspanningen (AC) worden weergegeven door het
gelijktijdig oplichten van de + 12 V LED en van de - 12 V 
LED.
-
Gelijkspanningen (DC) worden weergegeven door het
oplichten van de + 12 V LED of van de - 12 V LED. Via 
de polariteitsindicatie
aanwezige polariteit + of - weergegeven.
-
Om een onderscheid te maken tussen energierijke en
energiearme spanningen (bijv. capacitief ingekoppelde
stoorspanningen) kan door bediening van de beide druk-
schakelaars een interne last in de spanningstester worden
ingeschakeld. (zie hoofdstuk 5.)
Overbelastingsindicatie
Wanneer de spanning aan de teststaven L1/-
hoger is dan de toegestane nominale spanning, dan knipperen
alle LED´s van de graduele indicator 
dicatie vindt plaats vanaf AC/DC 1.100 V.
5.
Lastinschakeling met vibratiealarm (afbeelding B/C)
De beide handgrepen L1
schakelaars
wordt er op een lagere inwendige weerstand geschakeld.
Hierbij wordt in de indicatiehandgreep L2 
(motor met onbalans) onder spanning gezet. Vanaf ca. 200 V 
wordt deze in een draaibeweging gebracht. Naarmate de
spanning stijgt, verhogen ook het toerental en de vibratie. De
duur van de test met een lagere inwendige weerstand (last-
test) is afhankelijk van de omvang van de te meten spanning.
Om ervoor te zorgen dat het apparaat niet ontoelaatbaar wordt
verhit, is er een thermische beveiliging (terugregeling) voor-
zien. Bij deze terugregeling daalt het toerental van de vibratie-
motor en stijgt de inwendige weerstand.
De lastinschakeling (beide drukschakelaars zijn ingedrukt) kan
worden gebruikt om ...
-
blinde spanningen (inductieve en capacitieve spanningen)
te onderdrukken
-
condensatoren te ontladen
-
een 10/30 mA aardlekschakelaar te activeren. De acti-
vering van de aardlekschakelaar vindt plaats door mid-
del  van  een  test  aan  de  buitengeleider  (fase)  tegen  PE 
(aarde). (afbeelding D)
6.
Buitengeleider testen (fase) (afbeelding C)
-
Neem de beide handgrepen L1
ledige oppervlak vast om een capacitieve koppeling tegen
aarde te garanderen.
-
Leg de teststaaf L2/+
derdeel.
Zorg er daarbij in ieder geval voor dat bij de eenpolige
buitengeleidertest (fase) de teststaaf L1/-
aangeraakt en deze contactvrij blijft.
Wanneer  de  rode  LED 
dan ligt op dit installatieonderdeel de buitengeleider (fase)
van een wisselspanning.
Opmerking:
De eenpolige buitengeleidertest (fase) is mogelijk in het ge-
aarde  netwerk  vanaf  230  V,  50/60  Hz  (fase  tegen  aarde). 
Beschermende kleding en isolerende lokale omstandigheden
kunnen de werking negatief beïnvloeden.
Let op!
Een spanningsvrijheid kan alleen worden vastgesteld door een 
tweepolige test.
7.
Draaiveld testen (afbeelding F/G)
-
Neem de beide handgrepen L1
ledige oppervlak vast om een capacitieve koppeling tegen
aarde te garanderen.
-
Leg de teststaven L1/-
ders (fasen) en controleer of er een buitengeleiderspan-
ning van bijv. 400 V aanwezig is.
-   Een rechts draaiveld (fase L1 voor fase L2) is aanwezig, 
wanneer de groene LED ► van de draaiveldindicatie 
brandt.
-   Een  links  draaiveld  (fase  L2  voor  fase  L1)  is  aanwezig, 
wanneer de groene LED ◄ van de draaiveldindicatie 
brandt.
-
Bij het testen van het draaiveld is steeds een tegencon-
trole vereist met verwisselde teststaven L1/-
3
, waarbij het draaiveld moet veranderen.
Opmerking:
Het  testen  van  het  draaiveld  is  vanaf  230  V,  50/60  Hz  (fase 
tegen fase) in het geaarde draaistroomnet mogelijk. Bescher-
mende kleding en isolerende lokale omstandigheden kunnen
de werking negatief beïnvloeden
8.
Doorgangstest (afbeelding H)
-
De doorgangstest moet worden uitgevoerd op spannings-
vrij geschakelde installatieonderdelen, eventueel moeten
condensatoren worden ontladen.
-
Leg de beide teststaven L1/-
testen installatieonderdelen.
-   Bij  doorgang  (R  <  100  kΩ)  weerklinkt  er  een  geluidssig-
naal en de gele LED Ω 
-
De test kan ook worden gebruikt om de doorlaat- en blok-
keerrichting van halfgeleiderelementen te bepalen.
-
Wanneer er op het testpunt een spanning aanwezig is,
dan schakelt de spanningstester automatisch om op span-
ningstest en wordt dit weergegeven.
9.
Kabelbreukdetector (afbeelding I)
-
De kabelbreukdetector lokaliseert contactloos kabelbreu-
ken aan open liggende en onder spanning staande leidin-
gen.
-
Neem de indicatiehandgreep L2
pervlak vast en ga met de detector
03/2013
6
. Bij bediening van de beide drukschakelaars
DUSPOL
J
wordt de op de teststaaf L2/+
9
7
8
en L2
7
3
tegen het te testen installatieon-
 K
in het indicatieveld brandt,
7
2
3
L2/+
2
en L2/+
M
voor doorgang brandt.
8
expert 1000
®
2
en L2/+
. De overbelastingsin-
zijn voorzien van druk-
8
een vibratiemotor
en L2
8
over het vol-
2
8
en L2
over het vol-
tegen twee buitengelei-
2
3
tegen de te
over het volledige op-
5
over een leiding die
3
3
niet wordt
L
L
en L2/+
39

Advertenties

loading