Gebruiksaanwijzing 3-349-330-05 Testinstrument DIN VDE 0100 10/8.08...
Pagina 2
5 6 7 8 9 10 11 Let op! Meetadapter van teststeker losnemen Voor het losnemen van de 3 fasen meetadapter moeten de aansluitin- gen L1, L2 en L3 van het net gescheiden worden. De meetadap- ter kan na het openen van de rode vergrendeling verwijderd worden.
Pagina 3
29 30 31 32 34 33 Meetwaardenopslag in SI module aktief! 1 LCD-scherm 12 meetadapter (3-polig) 22 scharnier 32 drie cijferige meetwaarde 2 met aandui- ding meetgrootheid 2 drukknop I 13 — 23 reserve zekeringen ΔN 33 korte aanduiding van gekozen 3 drukknop Start 14 teststeker 24 zekeringen...
Inhoud Inhoud Bladzijde Bladzijde Gebruik ........6 Testen van overbelastingsbeveiligingen, meten van de aardcircuitweerstand en het berekenen Veiligheidskenmerken en voorschriften .
Gebruik Met het meet- en testinstrument PROFITEST⏐ONE kunt u snel en PROFITEST⏐ONE kan gebruikt worden in alle wissel- en rationeel veiligheidsvoorschriften volgens DIN VDE 0100, draaistroomnetten tot 230 V / 400 V nominale netspanning en NEN1010 en NEN-EN50110 / NEN 3140 en andere landspeci- / 50 / 60 Hz nominale netfrequentie.
Veiligheidskenmerken en voorschriften Betekenis van de symbolen op het instrument Waarschuwing voor een gevaar Dit instrument voldoet aan de van toepassing zijnde Europese en (documentatie raadplegen!) nationale EG richtlijnen. Dit wordt door middel van het aanbrengen van het CE teken door de fabrikant bevestigd. De daarbij behorende Apparaat met isolatieklasse II CE conformiteitsverklaring van GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH kan Laadbus 9 V DC...
Inbedrijfname Basis- en subfuncties instellen Batterijen plaatsen c.q. omwisselen Let op! Voor het openen van het batterijvak moet het meetinstru- ment met alle aansluitingen van de meetkring (net) gescheiden worden! MENU PROFITEST⏐ONE werkt op zes stuks, normaal in de handel ver- krijgbare 1,5 V pen-lite batterijen volgens IEC LR 6.
Door op de drukknop Menu (4) te drukken kunt u kiezen of na het inschakelen van het instrument de basisfuncties, of de laatst inge- stelde functie opgeroepen wordt, zodat direct weer met de MENU meting kan worden begonnen. Dit is van invloed op de levensduur van de batterijen. ☞...
Indien de batterijspanning Software-Update onder de toelaatbare Via de infrarood interface is het mogelijk het instrument te upda- waarde is gezakt verschijnt ten. Eventuele updates kunnen worden uitgevoerd door de Ser- er b.v.: vice afdeling van GMC-Instruments Nederland B.V.. Bij kalibraties Bij zeer sterk ontladen bat- van het instrument zal altijd een controle van de firmware en even- terijen werkt het instrument...
Beknopte gebruiksaanwijzing voor een snelle Na het kiezen van de basis- of subfunctie overeenkomstig de vol- gende omschrijving kan men door het drukken van de knop I ΔN ingebruikname (2 oder 18) het bijbehorende aansluitschema op het LCD-scherm Het meten met de PROFITEST⏐ONE gaat snel en eenvoudig.
Pagina 12
100 mA ΔN 300 mA ΔN 500 mA ΔN Schl ➭ Druk zo vaak op de drukknop Menu (4) totdat de pijl naar de gewenste functie wijst. Voor elke gekozen funtie kan met de knop I ΔN (2 oder 18) hulp oproepen. Het kiezen van een functie is niet noodzakelijk wanneer de basis- functie resp.
Algemene aanwijzingen Automatische instelling, bewaking en uitschakeling PROFITEST⏐ONE stelt automatisch allen parameters, die door Instrument aansluiten het instrument zelfstandig vastgesteld kunnen worden, in. De spanning en frequentie van het aangesloten net worden gemeten. In installaties met geaarde wandcontactdozen wordt het instru- Liggen deze waarden binnen de nominale spanning en nominale ment aangesloten d.m.v.
Het instrument blijft tot het einde van een (automatische) meting • Ontoelaatbare netspanning (< 60 V oder > 253 V): ingeschakeld en schakelt na afloop van de ingegeven uitschakel- De LED NETZ/MAINS (6) knippert rood en de meting is ge- tijd (zie hoofdstuk 3.2) automatisch uit.
Meten van wisselspanning en frequentie Hulpfunctie Voor iedere basis- en subfunctie kunt u, na keuze in het betreffende Spanning tussen L en N (U menu, de bijbehorende afbeelding met hulptekst op het LCD- scherm (1) oproepen. Aansluitschema Druk voor oproep van de afbeelding de knop I / i (2 ΔN oder 18) één maal en druk diverse malen om tussen...
Spanning tussen L en PE, N en PE alsmede L en N ΔN Aansluitschema L-PE Door de knop I / i in te drukken worden de spanningen nul- ΔN aarde en fase-nul zichtbaar gemaakt. Door op de knop START te drukken krijgt u weer de voorafgaande afbeelding met spanning MENU fase-aarde en frequentie terug.
Strommeting d.m.v. stroomtang Als in de functie I of I geen stroomtang is aangesloten verschijnt de AMP. melding „Stroomtang toepassen“. Voor-, lek- en vereffeningsstromen tot 1 A en arbeidsstromen tot Aansluitschema 150 A kunnen door middel van de speciale stroomtang Clip 0100S gemeten worden, welke via de laadbus kan worden aangesloten.
Testen van aardlekschakelaars De schakelaarstand van de desbetreffende CLIP0100s Het testen van aardlekschakelaars: stroomtang moet afhan- • visuele inspectie, kelijk van de meting I AMP. in de juiste stand • beproeven, AMP. gezet worden! • meten. Voor het beproeven en meten maakt u gebruik van de PROFITEST⏐ONE.
Meten van de aanraakspanning (gerelateerd aan de nomi- In het LCD-scherm (1) worden de aanraakspanning U en de IΔN berekende aardverspreidingsweerstand R weergegeven. nale foutstroom) met van de nominale foutstroom en uitschakeltest met nominale foutstroom ☞ Aansluitschema De aangegeven aardverspreidingsweerstand R wordt met een relatief kleine stroom gemeten en kan daardoor onnauwkeurig zijn, voorzover het gaat om lage meet-...
Pagina 20
☞ Stoorspanningen op de beschermingsleiding PE, op de 100 mA ΔN aardelektrode of op de aangesloten sonde kunnen de 300 mA ΔN meting niet beïnvloeden. 500 mA ΔN Door een spanningsmeting met de meetadapter (3-polig) (12) kan deze spanning gemeten worden. Evt. optre- dende lekstroom kan conform Hfdst.
Pagina 21
☞ Bij het opnieuw indrukken van de knop I (2 of 18) schakelt het ΔN LCD-scherm (1) gedurende ca. 3 s terug naar het vorige beeld. De meeting van de van de aardverspreidingsweerstand Schakelt de aardlekschakelaar niet uit bij nominale foutstroom, wordt met slechts een geringe meetstroom uitge- dan licht de LED FI/RCD (8) rood op.
Speciale tests van installaties resp. aardlekschakelaars 100 mA ΔN 300 mA ΔN 7.2.1 Testen van installaties resp. aardlekschakelaars met oplopende 500 mA ΔN foutstroom Meetmethode Om met een oplopende foustroom te kunnen testen produceert het instrument een in het net oplopende foutstroom van (0,3 ... •...
Let op! Een reeds aanwezige lekstroom in de installatie wordt bij 10 mA ΔN de meting bij de door het instrument gegenereerde 30 mA ΔN meetstroom opgeteld. Dit zal de gemeten waarden van aanraakspanning en uitschakelstroom beïnvloeden. Zie ook de tip op pagina 20. Een met een aardlekschakelaar beveiligde installatie mag conform de DIN VDE 0100, Deel 610 gecontroleerd worden met een MENU...
Testen van overbelastingsbeveiligingen, meten van de aardcircuitweerstand en het berekenen van de kortsluitstroom (funktie Z en I Schl Het testen van overbelastingsbeveiligingen omvat visuele inspec- Met de gemeten waarde van de aardcircuitimpedantie Z Schl tie en meting. Voor het meten gebruikt u de PROFITEST⏐ONE. de netspanning berekent het instrument de kortsluitstroom I .
Aansluitschema Beoordeling van de meetwaarden Met Tabel 1 op pagina 50 kunt u bij de maximaal toelaatbare aardcircuitweerstand Z vaststellen welke waarde het instru- Schl ment maximaal mag weergeven. Hierbij wordt namelijk rekening gehouden met de maximale gebruikersfouten van het instrument. Tussenliggende waarden kunt u interpoleren.
Meten van de inwendige weerstand van het net Meting aardcircuitimpedantie – meting achter een aardlekschakelaar Het is mogelijk om de aardcircuitimpedantie L-PE in door aardlek- Meetmethode schakelaars, met een minimale nominaalstroom van 30 mA, De inwendige impedantie Z wordt volgens dezelfde meetme- beveiligde circuits te meten.
☞ Meten van de aardverspreidingsweerstand (functie R De weerstanden van de meetleiding en van de De aardingsweerstand is de som van de aardverspreidingsweer- meetadapter (12) worden bij de meting automatisch stand (R ) en de weerstand van de beschermingsleiding PE. De gecompenseerd en komen daarom niet voor in het mee- aardingsweerstand wordt gemeten door een wisselstroom te stu- tresultaat.
10.1 Meten met de sonde 10.2 Meten zonder sonde Aansluitschema Als het niet mogelijk is een sonde te gebruiken kunt u de aardver- spreidingsweerstand indirect d.m.v. “aardcircuitweerstand- meting” zonder sonde bepalen. Het meten wordt procies volgens de methode van Hfst. 10.1 „Meten met de sonde“...
Meten van de isolatieweerstand (R De aardverspreidingsweerstand wordt als volgt berekend: Aansluitschema ⋅ – – R ESchl -- - Het is zinvol om bij de berekening van de aardverspreidingsweer- stand geen rekening te houden met de bedrijfsaarde R , omdat deze waarde doorgaans niet bekend is.
Pagina 30
START Let op! Raak nooit de aansluitcontacten van het instrument aan indien de isolatieweerstandmeting is ingeschakeld! Als de contacten vrij of voor meting aangesloten zijn op een ohmse belasting dan zal bij aanraking een spanning van 500 V en een stroom van ca. 1 mA door uw lichaam vloeien. Hierbij worden geen levensgevaarlijke waarden bereikt.
11.1 Meten van de vloergeleidingsweerstand (R E(ISO) Deze meting dient ervoor om na te gaan hoe de geleidbaarheid van de vloer is voor elektrostatische ladingen; conform EN 1081. Aansluitschema en meetopstelling MENU START ➭ Maak de voer met een droge doek goed schoon. ➭...
Meten van laagohmige weerstanden tot 100 Ω Let op! (aard- en vereffeningsleidingen) Aluit altijd eerst de meetpennen aan voor u op de Start-knop ▼ (3 resp. 17) drukt. 12.1 Meten van laagohmige weerstanden (functie R Als er spanning op het object staat wordt de meting geblok- Bij het meten van de laagohmige weerstand van aardleidingen, keerd.
Pagina 33
Bij weerstandsmeting worden de batterijen sterk belast. Druk daarom bij het meten van de laagohmige weerstand in een polari- teit de START-knop (3 resp. 17) niet langer in dan nodig. ☞ Meten van laagohmige weerstanden Met name in een TN-C stelsel waar de nul en de beschermingslei- De weerstand van de meetadapter (3-polig) (12) wordt ding zijn gecombineerd, kan het meetresultaat beïnvloed worden niet automatisch gecompenseerd.
Ω 12.2 Gebruik maken van verlengleidingen tot 10 Δ (functie Bij gebruik van verlengkabels kan de ohmse weerstand van deze verlengkabel automatisch van het meetresultaat ‘worden afge- trokken. HAndel hierbij als volgt: ➭ Sluit het einde van de verlengde testkabel met de 2de meet- punt van het testinstrument kort.
Vaststellen van de draaiveldrichting START Aansluitschema Rechts draaiveld Voor het meten van de richting van het draaiveld heeft u de Links draaiveld meetadapter (3-polig) (12) nodig. L-PE PE of N aan fase MENU ☞ In het LCD-scherm (1) verschijnt: – de hoogst opgetreden spanning. Fase ontbreekt –...
Bedienings- en displayfuncties (4) Taste Menu Met de groene menutoets worden de basisfuncties opgeroepen, (1) LCD-display die met de meetbereikschakelaar (9) ingesteld zijn. Tevens wordt het instrument ingeschakeld. Nadat de menutoets nogmaals In het LCD-display wordt weergegeven: wordt ingedrukt, wordt de pijl in het display naar de volgende •...
Pagina 37
(7) LED U L /R L (12) Meetadapter Deze brandt rood als tijdens de aardlekschakelaartest de fout- spanning > 25 V resp. > 50 V wordt en na afschakeling uit veilig- Let op! heidsredenen. De meetadapter (3-polig) (12) mag alleen met de testste- ker (14) van de PROFITEST⏐ONE worden gebruikt.
Pagina 38
(14) Teststeker (20) Sondeaansluiting Op de teststeker wordt de meetadapter (3-polig) (12) aange- De aansluitbus voor de sonde wordt gebruikt bij de meting van de bracht en met klikvergrendeling vastgezet. sondespanning U , de foutspanning U , de aardverspreidings- S-PE weerstand R en de vloerisolatieweerstand.
Pagina 39
(23) Reservezekeringen (25) Stelbeugel Twee reservezekeringen bevinden zich onder het batteriijvakdek- Met de stelbeugel kan het aflees- en bediengedeelte ondersteund sel (28). worden. Vooral als het instrument in liggende positie met de optionele (24) Zekeringen geheugen-eenheid „PROFITEST⏐SI-BC“ is uitgerust, kan door het uitklappen van de beugel een stabiele positie verkregen worden.
Pagina 40
(29) Korte aanduiding meetwaarde 1 (30) Korte aanduiding voor de gekozen subfunctie (31) Drie-cijferige meetwaarde 1 met aanduiding meetgrootheid (32) Driecijferige meetwaarde 2 met aanduiding meetgrootheid (33) Korte aanduiding van de gekozen subfunctie; meldingen en tips (34) Korte aanduiding meetwaarde 2 (35) Oplaadbus / Aansluiting stroomtang Aan deze bus mag uitsluitend de laadadapter voor het opladen van accu’s of de stroomtang Z501G aangesloten worden.
Pagina 43
Referentiebereiken Omgevingsfactoren ° ° 230 V ±0,1% Netspanning Opslagtemperatuur –20 C ... +60 C (zonder batterijen ° ° 50 Hz ±0,1% Netfrequentie Werktemperatuur –10 C ... +50 Frequentie meetgrootheid 45 Hz ... 65 Hz Relatieve luchtvochtigheid max. 75%, zonder dauwvorming Golfvorm Sinus (Abweichung zwischen Effek- Hoogte boven NAP...
Pagina 44
Elektrische veiligheid Beschermingsklasse II vlgns IEC 61010-1/EN 61010-1/ Bescherming door VDE 0411-1 zekeringen 3,15 A 10 s, − > 5 A aanspreken van de zekerin- Nominale spanning 230/400 V Testspanning 3,7 kV 50 Hz Meetcategorie 300 V CATIII Interface Vervuiligsgraad Type Infrarood interface (SIR/IrDa) Zekering aansluiting L en N...
15.1 TLED functies Zustand Teststeker Meet- Stand Functie adapter meetbereikschakelaar (9) Instrument uitgeschakeld en een potentiaalverschil ≥ 100 V tussen aanraakvlak en één van de aansluitingen L, brandt rood alle N, PE resp L1, L2, L3 bij 1 polige aansluiting of PE (aardcontact) bij meerpolige aansluitingen Frequentie f >...
☞ Onderhoud In dit testbeeld wordt de volgende informatie verstrekt: 16.1 Zelftestprocedure − softwareversie met datum − Typenummer instrument − Datum laatste kalibratie − Statusaanduiding interne testprocedure (op de aanduiding ROM- und CAL-CHECKSUM: moet „OK !“ volgen. Als de aanduiding niet OK is mag het instrument niet meer voor metingen worden gebruikt.
Pagina 47
Hierna verschijnen de volgende testbeelden: START START ☞ Elk aangegeven relais schakelt twee keer. START START ☞ Elk van de vier in het display genoemde LED’s knippert Door het indrukken van een willekeurige knop wordthet instru- vier keer. ment opnieuw in bedrijf genomen. De LED PE kan niet automatisch worden getest.
16.2 Batterijen, accu’s en opladen 16.2.1 Laden lege NiMH- of NiCd-accu’s in het instrument Controleer regelmatig en ook wanneer het instrument langere tijd Probleem niet is gebruikt, of de batterijen c.q. accu’s niet uitgelopen zijn. Is Accupack wordt niet opgeladen: dit het geval, dan dient u, voordat het instrument weer gebruikt •...
16.3 Smeltveiligheden Als één van de smeltveiligheden door een overbelasting is aange- sproken, dan verschijnt in het LCD-scherm (1) een foutmelding. Let op! De spanningsmeetbereiken van het apparaat zijn echter nog Door onjuiste smeltveiligheden kan het meetinstrument zwaar steeds functioneel. beschadigd raken.
Bijlage Tabellen voor het bepalen van de maximale resp. minimale aanwijzingen, rekening houdend met de maximale gebruikersfout van het instrument. 17.1 Tabel 1 17.2 Tabel 2 (sinus) / Z (Ω) (+/- halve sinus) (Ω) (Ω) Schl. Schl. ESchl. Grens- Max. Grens- Max.
Pagina 52
17.6 Tabel 6 Tabel voor minimaal weer te geven waarden van de kortsluitstroom voor de verschillende smeltveiligheden en installatie-automaten in distributienetten met een nominale net spanning U =230/240 Nominale Laagspannings-smeltveiligheden met installatie-automaten stroom volgens DIN VDE 0636 karakteristiek gL, gG, gM karakteristiek B/E karakteristiek C karakteristiek D...
Reparatie- en onderdelenservice METRACARE kalibratieoproep Kalibraties Om u de zorg voor uw meetapparatuur uit handen te nemen wor- den alle van METRACARE voorziene meetinstrumenten opgeno- Neem voor kalibratie, reparatie en onderdelen contact op met: men in de METRACARE database. Hierin worden alle essentiële gegevens van uw meetinstrumenten bewaakt.