Samenvatting van Inhoud voor Gossen MetraWatt PROFiTEST C
Pagina 1
Gebruiksaanwijzing ® PROFiTEST 3-349-074-05 Meetinstrument DIN VDE 0100 1/8.08...
Pagina 2
® Meet- en testinstrument PROFiTEST IrDa-interface zwart bedienings- en display-eenheid blauw (PE) contactvlakken teststeker 3-fasen-meetadapter Artikel-Nr. Z521A zekeringenvak Let op! Meetadapter van de proefstekker losnemen Voordat de driefasen adapter losgenomen wordt van de teststeker dient u eerst de aanslu- itingen L1, L2, en L3 van het net los te nemen. De meetadapter kan alleen worden losgenomen batterijvak voor 4 IEC LR14 met juist gereedschap.
Pagina 3
® Bedienings- en display-eenheidt PROFiTEST mains weergave batterijlading (konstant) De scroll-balk geeft weer, waar men zich in het menu bevindt. LCD-display toets voor het kiezen van basis- en subfuncties (menukeuze) Met de toetsen START kunnen de gewenste men- ufuncties worden opge- roepen.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina pagina Gebruik ....................5 Testen van de afschakelvoorwaarden van overload zekeringen, meten van de aardcircuitimpedantie Veiligheidskenmerken en -richtlijnen ..........5 en bepalen van de kortsluitstroom (functie Z ) ......20 Schl Ingebruikname ................6 Meten met positieve of negatieve halve sinus ..........21 Batterijentest / Apparaat inschakelen ..............6 Beoordelen van de gemeten waarden ............
Gebruik Goedkeuringsmerken ® Met het meet- en testinstrument PROFiTEST C kunnen snel en rationeel veiligheidsmaatregelen volgens DIN VDE 0100, ÖVE-EN 1 (Oostenrijk), SEV 3569 (Zwitserland) en andere landgebonden voorschriften worden getest. aangevraagd aangevraagd aangevraagd Het met een microprocessor uitgeruste instrument voldoet aan de voor- schriften IEC 61557/EN 61557/VDE 0413.
Ingebruikname Batterijentest / Apparaat inschakelen Voordat u het instrument voor de eerste keer in gebruik neemt, of als het Batterijentest / Apparaat inschakelen batterijensymbool uit nog slechts één gevuld segment bestaat, moeten de bat- terijen worden vervangen. Indien het wisselen van de batterijen langer duurt dan 5 - 10 minuten gaat de geheugeninhoud verloren.
Menu doorlopen, basisinstellingen ➭ Druk op de toets “setup”. ➭ Druk op de toets “default“. on ✓ Instellingen als I , halve sinus etc. en ook T (= 20sec) worden ΔN bij het inschakelen tot de waarde van de gebruiksinstellingen gereset.
Pagina 8
Achtergrondverlichting, kontrast Het instellen van de klok LCD-verlichting kontrast minder meer ➭ Druk op de toets “klok”. ➭ Druk op de toets “licht”. ➭ De cursor staat eerst op de eerste positie van de datum. Voer de ge- ➭ Om de levensduur van de batterijen te verlengen, kan de displayver- wenste cijfers via een van de softkey-toetsen in.
Algemene aanwijzingen Instrument aansluiten Let op! In installaties met geaarde contactdozen moet het instrument met de Het verwisselen van N en PE in een TN-net wordt niet herkend en teststeker worden aangesloten op het net. De spanning tussen de buiten- niet gesignaleerd.
➭ Weergeven van de meetwaarden D.m.v. de softtoetsen kunt u achtereenvolgend de velden GEBOUW, VERDeler, zekering nr. en meetKRING aanduiding invullen. In het LCD-display worden weergegeven: • meetwaarden met hun afkorting en eenheid, • de gekozen functie, • foutmeldingen. Bij het automatisch verlopen van metingen worden de meetwaarden tot aan de start van een tweede meting of tot aan het automatisch afschake- len van het instrument opgeslagen en als digitale waarde weergegeven.
Meetwaarde opslag – funktie STORE 4.5.1 Oproepen data – funktie view View ➭ ➭ Kies in het menu de funktie View. Start u de betreffende meting. De toets STORE wordt na de meting i.p.v. de toets INFO weergegeven. ➭ kunt u tussen de geheugen adressen voorwaarts of met Bij metingen die plaatsvinden zonder de toets START te bedienen, toets achterwaarts bladeren.
Verwijderen van een regel in het geheugen – funktie View 4.5.3 Verwijderen alle geheugenadressen – funktie Data ➭ Het geheugen kan maximaal 250 geheugen regels bevatten. Het geheu- Kies in het menu de funktie view, en druk hierna op delete. Er volgt gen is vol als aan de rechterzijde van de parameter “SPEICHER:“...
➭ Door nu de toetsen 0 + K gelijktijdig te drukken wist u het gehele ge- Helpfunctie heugen. Aan de rechterzijde van de parameter “SPEICHER:“ verschijnt Bij iedere basis- en subfunctie kan, nadat de keuze is gemaakt voor het desbe- nu een lege balk.
Meten van netspanning, frequentie, fasen Meten van spanning en draaiveldrichting De spanningsmeting tussen L en PE, N en PE, L en N of de draaiveldmet- ing met gekoppelde spanning, fasen en draaiveldrichting wordt na het 2-polige aansluiting met teststeker kiezen van de meetfunctie automatisch gestart. Overschrijding van spanning en frequentie worden aangegeven met “---“.
Meten van foutstroom (FI)-aardlekschakelingen Meten van de (op nominale foutstroom betrekking hebbende) aanraakspanning met van de nominale foutstroom Het meten van foutstroom(FI)-aardlekschakelingen omvat het inspecteren, het testen en het meten. ® Voor het testen en meten wordt de PROFiTEST C gebruikt. Meetmethode Overeenkomstig DIN VDE 0100 is aan te tonen, dat –...
Indien de met van de nominale foutstroom gemeten en op I groot Als de aardlekschakelaar bij een nominale foutstroom uitschakelt, dan ΔN berekende aanraakspanning U > 50 V (> 25 V), dan licht de lamp U licht de lamp NET/MAINS rood op (netspanning werd uitgeschakeld) en IΔN rood op.
Speciale testen voor installaties of aardlekschakelaars Meetverloop 6.3.1 Testen van installaties of aardlekschakelaars met stijgende foutstroom Meetmethode Voor het testen van de aardlekschakelaar produceert het instrument in het net een constant stijgende foutstroom van (0,3 ... 1,3) · I ΔN Het instrument slaat de waarde van de aanraakspanning en afschakel- stroom die op het resolutiemoment van de aardlekschakelaar aanwezig is op, en geeft deze weer.
Testen van speciale aardlekschakelaars 6.4.1 Installaties met selectieve aardlekschakelaars Let op! In installaties waarin twee in serie geschakelde aardlekschakelaars gep- Een voorstroom in de installatie wordt bij het meten van de fout- laatst worden, die in geval van een fout niet gelijktijdig moeten stroom, die door het instrument wordt geproduceerd, overstemd, uitschakelen, moeten selectieve aardschakelaars gebruikt worden.
Resolutiemeting 6.4.2 Aardlekschakelaars van het type G ® ➭ Met behulp van het meetinstrument PROFiTEST C is het mogelijk, naast Druk op de toets START. De aardlekschakelaar wordt uitgeschakeld. de gebruikelijke en selectieve aardlekschakelaars de speciale eigenschap- Op het display worden de tijd en daarna de resolutie tijd t en de pen van een G-schakelaar te testen.
® Testen van de afschakelvoorwaarden van overload zekeringen, De PROFiTEST C biedt ook de mogelijkheid om de aardcircuitimpedan- meten van de aardcircuitimpedantie tie met een positieve of negatieve halve sinus te meten. en bepalen van de kortsluitstroom (functie Z Met deze meetmethode en samen met het voorschakelinstrument Schl ®...
Het starten van de meting Gebruik de positieve halve sinus voor het meten van de aardcircuitimpe- dantie. START START ➭ Kies de aardcircuitimpedantiemeting via de toets Z . Als curvevorm Schl moet een gevulde sinusvorm verschijnen op het display. Voor metin- gen aan aardlekschakelaars zie volgende hoofdstuk.
Meten van de aardingsweerstand (functie R Aansluiting De aardingsweerstand is de som van de weerstand van de aarding (R en de weerstand van de aardleiding. De aardingsweerstand wordt bij benadering via een ”aardcircuitweer- standsmeting” bepaald. De bij deze methode gemeten weerstand- swaarde R ESchl bevat ook de weerstandswaarde van de gebruiksaarding R B en van de buitenleiding L.
Handmatige keuze van het meetbereik Instellen van de grenswaarden De handmatige keuze van het meetbereik komt van pas, wanneer de Voor de aardingsweerstand kan een grenswaarde worden ingesteld. aardingsweerstand in een installatie achter de aardlekschakelaar gemeten Indien er meetwaarden boven deze grenswaarde voorkomen, dan licht moet worden.
Annexe Tabellen voor het bepalen van de maximale resp. minimale weergegeven waarde, rekening houdend met de maximale meetafwijking van het instrument 11.1 Tabel voor de aardcircuitimpedantie 11.2 Tabel voor de aardingsweerstanden Ω Ω schl grens- max. grens- max. grens- max. grens- max.
11.3 Tabel voor de kortsluitstroom-minimale waarde voor het bepalen van de nominale stromen van verschillende zekeringen en schakelaars voor netten met nominale spanning U =230/400 V laagspanningszekering met leidingsaardschakelaar en capaciteitsschakelaar naar normen van de rij DIN VDE 0636 eigenschap gL eigenschap gL eigenschap B eigenschap C...
Algemeen 12.1 Zelftest Zodra de testen uit de linker kolom zijn uitgevoerd, dan moeten de vol- gende testen handmatig worden opgestart. ➭ Position Illum: druk tweemaal op de toets Test om de verlichting uit- en weer aan te schakelen. ➭ Position Display: or het controleren van de display-eenheden dient u na ieder testbeeld op de toets “test”...
12.2 Batterij en accu 12.3 Zekeringen Als het batterijsymbool uit nog slechts één gevuld segment bestaat, dan Is er vanwege een overload een zekering uitgevallen, dan verschijnt de moeten de batterijen worden verwisseld, of de accu worden opgelade. desbetreffende foutmelding in het LCD-display. De spanningsmeet- bereiken van het instrument gelden echter nog steeds.
12.4 Behuizing Reparatie- en onderhoudsservice DKD-kalibratielaboratorium en huurservice Speciaal onderhoud voor de behuizing is niet noodzakelijk. Let op een schoon oppervlak. Gebruik voor het reinigen een matig vochtige doek. Indien gewenst kunt u zich wenden tot: Vermijd het gebruik van poets-, schuur- of oplosmiddelen. GMC-Instruments Nederland B.V.