Noodoproepen zijn ook mogelijk op een systeemtelefoon, wanneer de displayblokkering is
ingeschakeld (optie, zie handleiding van de telefoon).
Installatie
Waarschuwing: Overspanningen, zoals bij onweer kunnen optreden, kunnen
levensgevaarlijke elektrische schokken tot gevolg hebben en de telefooncentrale
beschadigen.
• Raak de telefooncentrale en de daaraan gekoppelde apparaten niet aan tijdens onweer.
• Laat door een elektrotechnicus alle kabels (ook die van de deurinstallatie) binnen het
gebouw installeren.
• Gebruik de a/b-poorten niet voor het aansluiten van externe aansluitingen.
Waarschuwing: Het aanraken van aders of telefoonaansluitingen welke onder
spanning staan, kan een levensgevaarlijke elektrische schok tot gevolg hebben. De
telefooncentrale bevat ook naast het voedingsdeel gevaarlijke spanningen (bijv.
beltoonspanningen). Werken aan actieve, aanrakingsgevaarlijke onderdelen is alleen
toegestaan in spanningsloze toestand. Ook het werken in de nabijheid van actieve
onderdelen is alleen toegestaan, wanneer de onderdelen spanningsloos zijn of zijn
beveiligd tegen directe aanraking.
• Trek de netstekker van de telefooncentrale los, voordat een elektrotechnicus de
behuizing opent, om uitbreidingsmodulen in te bouwen of schakel- en
aansluitwerkzaamheden uit te voeren. Ontkoppel de apparaten ook van extra
voedingsbronnen (bijv. UPS), voor zover aanwezig.
• Wacht tenminste 3 minuten om de condensatoren in het apparaat te doen ontladen.
Belangrijk: Niet correct gebruik kan bijvoorbeeld functiebeperkingen of storingen,
onherstelbare schade aan het apparaat of, in het ergste geval, gevaar voor personen tot
gevolg hebben.
• Sluit alleen apparaten aan, die passen bij het correct gebruik van de telefooncentrale.
Installatie-instructies
De telefooncentrale is bedoeld voor gebruik in gesloten ruimten. Ook alle aangesloten
apparaten moeten zich binnen het gebouw bevinden.
Met de telefooncentrale is direct aansluiting van enkele apparaten mogelijk, mits deze zich
op geringe afstand van de telefooncentrale bevinden. De afstand is afhankelijk van de lengte
van de apparaataansluitkabel tot maximaal 10 m.
Wanneer geen passende aansluitbussen aanwezig zijn of bij grotere afstand, moet u
installatiekabel vast installeren. Gebruik installatiekabel (bijv. J-Y(St)Y 2 x 2 x 0,6) met de
volgende specificaties:
• Niet afgeschermd; maar: afgeschermd onder ongunstige omstandigheden zoals in de
nabijheid van een sterke zender of een krachtstroomkabel
• alleen bij ISDN: bij twisted quad
COMmander 6000/R/RX - Gebruikshandleiding V11 11/2018
Installatie
239