Afb.75
2
1
Z
1/2 Z
1 Optimale locatie
2 Mogelijke locatie
Afb.76
6.12.10 Een back-upverwarmingstoestel aansluiten
Afb.77
1
X4
2
X5
7748627 - v06 - 17042024
2
1
H
1/2 H (min. 2,5 m)
Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende
kenmerken:
Het aansluiten van een back-upverwarmingstoestel garandeert
gebruikscomfort en de veiligheid van de warmtepomp. Als er geen back-
up aangesloten is, kunnen het verwarmingscomfort en de bescherming
van het toestel tegen vorst niet gewaarborgd worden.
Afhankelijk van de binnenunit kan het back-upverwarmingstoestel een
back-upketel of een elektrisch verwarmingselement zijn.
De back-upketel wordt aangesloten op de EHC–04 CPU-kaart op de
binnenunit:
1. X4: back-upketelpomp (fase/nul/aarde)
2. X5: droog contact ON/OFF voor de back-upketel
1/2 H (min. 2,5 m)
H
H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor
Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor
Afgeraden locaties
Afgeschermd door een element van het gebouw (balkon, dak, enz.).
Dichtbij een storende warmtebron (direct zonlicht, schoorsteen,
ventilatierooster, enz.).
Een back-upketel aansluiten
6 Installatie
1
2
MW-8800N001-3
MW-3000014-2
MIV-S V200
69