Reinigen
Een schoon pistool verzekert een probleemloos gebruik. Spoel het pistool na elk gebruik uit en
bewaar het op een droge plaats. Laat het pistool of enig onderdeel daarvan nooit in water of
oplosmiddelen liggen.
Indien u ontvlambare oplosmiddelen
gebruikt, volg dan de volgende speciale
schoonmaakinstructies:
•
Het spuitpistool bij voorkeur altijd buiten uitspoelen terwijl u tenminste een slanglengte van de
compressor verwijderd bent.
•
Indien u de uitgespoelde oplosmiddelen opvangt in een metalen 3,8 liter container, dient u
deze container in een lege 19 liter container te plaatsen voordat u de oplosmiddelen uitspoelt.
•
De ruimte moet vrij van ontvlambare dampen zijn.
•
Volg alle overige reinigingsinstructies.
De spuitinstallatie, slang en het pistool moeten elke dag na gebruik grondig
schoongemaakt worden. Indien u dit niet doet, kunnen bepaalde stoffen zich ophopen
en de prestatie van het toestel ernstig belemmeren.
Let op
Indien u spiritus of enig ander oplosmiddel gebruikt om de
spuitinstallatie, slang en het pistool schoon te maken, moet u altijd de
spuitmond en de beschermkap van de spuitmond verwijderen en
spuiten met een minimale druk. Indien er ontvlambare dampen
aanwezig zijn, kan opgebouwde statische elektriciteit resulteren in
brand of een explosie. Houd het pistool tijdens het uitspuiten stevig
tegen een metalen container aangedrukt.
Onderhoud
Voordat u verder gaat, volg alle veiligheidsinstructies
op zoals vermeld in de sectie 'Veiligheidsinstructies'
van deze handleiding.
i
Voor identificatie van de onderdelen, zie de sectie 'Lijst van Onderdelen' in deze
handleiding.
Vervanging van respectievelijk onderhoud aan de afdichting
Indien uw spuitpistool lekkage vertoont of bij de spuitmond spettert wanneer u de trekker induwt, is de
naald of de zitting versleten, beschadigd of vervuild en moet deze worden vervangen of gereinigd.
Altijd eerst de 'procedure voor het drukloos maken
van de installatie' volgen voordat u het spuitpistool
een onderhoudsbeurt geeft.
1.
Volg de 'procedure voor het drukloos maken van de installatie' en maak de vloeistofslang los
van het pistool.
2.
Verwijder de afsluitdop en de pakkingveer aan de achterkant van de pistoolkop.
3.
Verwijder de pakkingeenheid aan de achterkant van de pistoolkop. Maak hierbij gebruik van
een 3/8" dopsleutel.
4.
Dompel de verwijderde onderdelen in het juiste oplosmiddel en veeg ze schoon.
5.
Controleer de onderdelen op slijtage en beschadiging en gebruik, indien nodig, nieuwe
onderdelen wanneer u het pistool weer in elkaar zet.
i
Smeer alle pakkingen en bewegende onderdelen in met smeervet op basis van
lithium voordat u het pistool weer in elkaar zet.
6. Zorg ervoor dat de twee terugtrekpinnen in de pistoolkop op de juiste plaats blijven zitten.
7.
Steek de pakkingeenheid in de achterkant van de pistoolkop en schroef deze handvast.
8.
Draai met behulp van een 3/8" dopsleutel de pakkingeenheid vast. Haal aan tot 5Nm.
46
NL
AG-14