1. Schroef het deksel van de zekeringhouder op het achterpaneel los.
2. Verwijder de oude zekering en breng een nieuwe in met dezelfde technische specificaties als de oude zekering.
3. Breng het deksel weer op zijn plaats en schroef het compartiment stevig dicht.
c) Toestel monteren
Opmerking
: Bekijk eerst eens de inhoud van richtlijn EN 60598-2-17 en de (eventuele) nationale normen voor u
het toestel installeert. Een geschoold technicus moet de installatie uitvoeren!
• De draagstructuur voor het toestel moet het gedurende 1 uur 10 x het vereiste gewicht kunnen dragen zonder dat
de constructie daardoor wordt vervormd.
• Het toestel moet ook worden vastgemaakt met een tweede bevestigingsmiddel vb. een veiligheidskabel (VDLSC7
of VDLSC8).
• Ga niet net onder het toestel staan wanneer u het monteert, verwijdert of herstelt. Een geschoold technicus moet
de installatie controleren voor u de VDL3002MR in gebruik neemt. Laat het toestel ook 1 x per jaar nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand het kan aanraken en waar niet veel mensen voorbijkomen.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van de
draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het gebruikte
materiaal en het toestel geregeld laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft.
Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel.
• Breng het toestel onder de gewenste hoek met behulp van de montagebeugel en span de schroeven van de
beugel aan.
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
• Sluit het toestel aan op het lichtnet via de stekker. Lichteffecten worden bij voorkeur niet aangesloten op een
dimmerpack.
• De installatie moet voor de ingebruikneming worden gekeurd door een expert.
• Regel de muziekgevoeligheid van de ingebouwde microfoon met de knop aan de achterkant van het toestel.
5. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bvb het plafond of het gebinte) mogen niet
worden aangepast, bvb geen extra gaten boren in montagebeugels, de aansluitingen niet veranderen enz.
3. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel installeren door een geschoolde technicus.
4. De mechanisch bewegende delen mogen geen slijtage vertonen.
6. Opgelet
• Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
• Veeg het toestel geregeld schoon met een vochtige doek. Gebruik geen alcohol of solventen.
• Behalve de lampen en de zekering mag de gebruiker geen onderdelen vervangen. Lees "a) Lamp inbrengen of
vervangen" en "b) Zekering vervangen onder "4. Installatie" voor meer bijzonderheden.
• Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
VDL3002MR_v2
Procedure
Procedure
8
VELLEMAN