12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Onjuiste reparatie van het apparaat kan
een gevaar voor de veiligheid van de
gebruiker vormen. Reparaties moeten
worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost zonder
Probleem en alarmcode
Je kunt het apparaat niet inscha‐
kelen.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt niet met wa‐
ter gevuld.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 1
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
De machine pompt geen water
weg.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 2
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
De overstromingsbeveiliging is
ingeschakeld.
•
De lampjes die in verband
staan met de programmatoet‐
sen knipperen af en toe 3
keer.
•
Er klinkt af en toe een ge‐
luidssignaal.
contact op te nemen met een erkend
servicecentrum.
Zie de onderstaande tabel voor informatie
over mogelijke problemen.
Bij sommige problemen knipperen de lampjes
die in verband staan met de
programmatoetsen met tussenpozen om een
storing en de alarmcode aan te geven.
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
•
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje
is.
•
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
•
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleer je de instelling of
je wacht totdat het aftellen voorbij is.
•
Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De duur van
de procedure is ongeveer 5 minuten.
•
Controleer of de waterkraan geopend is.
•
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbe‐
drijf.
•
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
•
Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is.
•
Controleer of de toevoerslang geen knikken of bochten heeft.
•
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
•
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is.
•
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
•
Draai de waterkraan dicht.
•
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is.
•
Controleer of de korven zijn geladen volgens de instructies in de ge‐
bruikershandleiding.
NEDERLANDS
23